Pensioenfondsen staan er wat beter voor
De Nederlandse pensioenfondsen hebben in het eerste kwartaal vooruitgang geboekt. Geholpen door het oplopen van de rente zagen ze hun verplichtingen wat afnemen, waardoor ze er financieel nu iets beter voorstaan dan begin dit jaar. Ook werden met beleggingen (bescheiden) rendementen behaald.
Bij het grootste pensioenfonds ABP steeg de zogeheten dekkingsgraad met dik 3 procentpunt tot bijna 100 procent. Dat betekent dat het vermogen en de verplichtingen van ABP weer nagenoeg met elkaar in evenwicht zijn. Bij zorgfonds PFZW bedraagt de graadmeter nu ruim 97 procent, de metaalfondsen PME en PMT scoren respectievelijk 99 en 100 procent. BpfBOUW, dat het al langer beter doet, heeft inmiddels een actuele dekkingsgraad van 113,5 procent.
Vorig jaar leek het er lang op dat veel fondsen moesten gaan snijden in de pensioenen. De vrees hiervoor week pas toen de rente na een lange periode van laagterecords in het vierde kwartaal weer begon op te krabbelen. De kans blijft echter aanwezig dat de pensioenuitkeringen bij de grote fondsen komende jaren alsnog omlaag moeten.
„We gaan met kleine stappen de goede kant op”, zegt PME-bestuurder Eric Uijen. „Maar we zijn er nog niet.” Hij wijst erop dat de graadmeters nog ver verwijderd zijn van het niveau waar ze over een paar jaar volgens herstelplannen moeten zitten. Indexaties, oftewel verhogingen van de pensioenen, worden voorlopig sowieso nog niet verwacht.
Het kan komende tijd ook onrustig worden op de financiële markten, waarschuwt ABP. Zo kan de uitslag van de Franse verkiezingen gevolgen hebben voor de monetaire unie in Europa. Daarbij is het nog maar de vraag wat er precies terechtkomt van de belastingverlagingen en andere economische plannen die de Amerikaanse president Donald Trump heeft aangekondigd.
In Den Haag wordt tevens gewerkt aan een grootscheepse hervorming van het pensioenstelsel. Dat is nodig om het hele systeem toekomstbestendig te houden. In de pensioenwereld wordt dan ook met spanning naar de plannen uitgekeken. In dit hele proces is het nu overigens vooral wachten op een belangrijk advies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Dat komt waarschijnlijk binnenkort naar buiten.