„Foute meting oorzaak van hersengolven bij ic-patiënt na adem- en hartstilstand”
Canadese onderzoekers registreerden hartritme, bloeddruk en hersenacitviteit bij vier ic-patiënten nadat apparatuur die hen in leven hield, werd stopgezet. Bij één patiënt signaleerden ze nog hersengolven nadat de bloedcirculatie was gestopt. „Die bevinding heeft echter geen betekenis”, stelt intensivist in opleiding Ben de Jong.
Op 18 maart besteedde deze krant aandacht aan de studie, die werd gepubliceerd in the Canadian Journal of Neurological Sciences.
Bij drie patiënten viel de hersenactiviteit weg voordat het hart stokte. Echter, bij één patiënt registreerden de artsen tijdens elektrisch onderzoek (elektro-encefalogram – eeg) bij vlagen hersenactiviteit. Dit duurde tot tien minuten nadat het hart stopte met kloppen en de bloeddruk wegviel. De auteurs konden geen meetfout vaststellen. Een fysiologische verklaring voor hun bevindingen hebben ze ook niet, „gegeven het feit dat hartslag en circulatie al geruime tijd afwezig waren.” Ze nemen daarom aan dat het ging om een signaal dat niet uit het brein zelf kwam, maar van elders afkomstig was. Hoewel ze die bron niet konden vinden.
„Het is op zich een interessant onderzoek”, vindt De Jong. „De auteurs waren geïnteresseerd of er nog hersenactiviteit aanwezig is na het vaststellen van de dood. Dit na het stoppen van de behandeling en het wegvallen van het hartritme en de bloeddruk. Mocht deze activiteit aanwezig zijn na het vaststellen van de dood dan zou dit eventueel gevolgen hebben voor de praktijk rondom non-heartbeatingdonatie. Dit onderzoek heeft dus ook een ethische spits.”
Het gaat in zulke gevallen vaak om diep comateuze patiënten met zeer ernstige hersenschade bij wie de beademing wordt stopgezet omdat deze medisch zinloos is en/of vanwege de verwachte kwaliteit van leven. Na het stoppen van de beademing en de medicijntoediening valt de ademhaling en uiteindelijk de hartslag weg.
Dergelijke patiënten kunnen fungeren als orgaandonor als daarvoor toestemming is gegeven door henzelf of de familie. „Het ging in het onderzoek niet om patiënten die hersendood waren verklaard. Bij toestemming voor orgaandonatie valt dit soort patiënten dan ook niet onder het hersendoodprotocol, maar onder het protocol voor non-heart-beating donoren. Bij patiënten die hersendood zijn, worden de beademing en ondersteuning van de bloedcirculatie voortgezet totdat de organen zijn uitgenomen.
Bij non-heart-beating donoren verklaren wij een patiënt als overleden vijf minuten na het stoppen van de hartslag en het wegvallen van de bloeddruk. Deze wachttijd kan per land verschillen. Daarna mogen transplantatieartsen beginnen met de handelingen die nodig zijn om organen uit te nemen.”
Bij drie patiënten uit het Canadese onderzoek is volgens De Jong duidelijk dat de hersenactiviteit al volledig uitvalt zodra de bloeddruk onder een kritiek niveau daalt. „Dat gebeurt dus al voordat de hartslag stopt en de bloeddruk is weggevallen en ze als overleden moeten worden beschouwd. Dit bevestigt de gangbare opvattingen.”
Bij één patiënt gaat het anders en meten de onderzoekers wel hersenactiviteit. De Jong noemt die bevinding echter niet relevant. „De onderzoekers hebben gewerkt met een eeg-apparaat dat niet geschikt is voor metingen van hersenactiviteit bij deze groep patiënten. Het was vooraf ook niet getest om te zien of het voor dit soort onderzoek betrouwbare gegevens zou opleveren. Het aantal gebruikte meetpunten op de hoofdhuid was minder dan gebruikelijk. Daarnaast werd alleen gemeten op het voorhoofd en niet, zoals gewoonlijk, verspreid over de hele schedel. Het eeg-toestel miste ook een filter om de meting af te schermen van storende signalen van buitenaf. Die kunnen overal vandaan komen, bijvoorbeeld uit de spieren en af andere medische apparaten in de buurt met een elektrisch veld. Ten slotte was het gemeten signaal zwak. We zouden dit in Nederland waarschijnlijk duiden als ruis. Dus zeer waarschijnlijk hebben we hier te maken met een verstoring. Dit is ook de conclusie die de onderzoekers zelf trekken. Dit onderzoeksresultaat heeft mijns inziens dan ook geen enkele medische of ethische relevantie.”