Hoe hardheid de nazi’s in het zadel hielp
Verhalen en romans zeggen meer over nazi-Duitsland dan statistische gegevens. In verhalen wordt het gedrag van mensen vanuit hun emoties en vanuit relaties met anderen gepresenteerd, wat hun overwegingen dichter bij de lezer brengt.
In 1933 publiceerde Anna Seghers (1900-1983) haar roman ”Kopflohn” bij Querido in Amsterdam. Deze uitgeverij gaf boeken uit die in Duitsland verboden waren. Het boek biedt inzicht in het ingewikkelde proces van de opkomst van het fascisme, waarbij het gebruik van geweld en terreur steeds gewoner werd. Onlangs kwam de roman ook in Nederlandse vertaling uit, onder de titel ”Het judasloon”.
Anna Seghers is het pseudoniem van Netty Reiling. Zij koos deze schrijversnaam uit waardering voor de Nederlandse schilder Hercules Seghers. Deze schilder was een tijdgenoot van Rembrandt, over wie Netty Reiling in 1924 haar proefschrift ”Jude und Judentum im Werke Rembrandts” had geschreven.
Dat Netty Reiling over de Jood en het Jodendom bij Rembrandt schreef, was niet verwonderlijk. Ze had namelijk Joodse voorouders, zowel van moeders- als van vaderskant.
Van de nationaalsocialisten had Anna Seghers, als Joodse vrouw en als uiterst kritische schrijfster, alleen maar kwaad te duchten. Vroegtijdig verliet zij Duitsland en bracht de jaren 1941 tot 1947 in Mexico door. Haar pennenstrijd tegen de nazi’s resulteerde onder meer in de beroemde roman ”Das siebte Kreuz” (”Het zevende kruis”) uit 1939.
Moord
”Het judasloon” biedt de lezer veel ruimte om zelf tot conclusies te komen. De roman speelt tijdens de verkiezingen in 1932 in een dorp in Rhein-Hessen, de streek ten zuiden van het Duitse Wiesbaden. De kleine boer Andreas Bastian is ten einde raad. Het wordt elke dag een groter probleem om zijn vijf kinderen genoeg te eten te geven. Van zijn broer Konrad Bastian valt in deze nood weinig hulp te verwachten. De problemen worden nog groter wanneer de jonge Johann Schulz bij het gezin van Andreas Bastian om een slaapplek en een boterham vraagt.
De politie zoekt Johann Schulz wegens de moord op een politieman. Voorlopig is hij veilig in het dorp van de Bastians. De zaken veranderen wanneer zijn gezicht op aanplakbiljetten is afgebeeld en de beloning voor inlichtingen over Johanns verblijfplaats uit een grote som geld, het judasloon, bestaat. Een van de dorpsbewoners slaagt erin dit geld op te strijken.
Jongeren
Johann Schulz is belangrijk in de roman, maar zijn lot is niet de spil van het verhaal. Het gaat in de kern over een verarmde dorpsgemeenschap die naar financiële stabiliteit en de garantie van het dagelijks brood verlangt en daardoor het oor leent aan ophitsende figuren van nationaalsocialistische én van communistische kant.
De oudere boeren houden zich qua politieke keuze eerst nog op de vlakte. Het zijn de jongeren die als ”Sturmführer” of iets soortgelijks met veel lawaai en het uitoefenen van geweld in vrachtwagens de dorpen afrijden om mensen voor hun politieke ideologie te winnen.
De oudere boeren beseffen zelf niet dat zij in hun gedrag al een heel stuk op weg zijn in de richting van de hardheid en de onmenselijkheid van het naziregime. Hun ware aard komt tot uitdrukking in hun omgang met vrouwen. De ergste van allen is de boer Jakob Schüchlin, die zijn vrouw met opzet zodanig afbeult dat zij een einde aan haar leven maakt zodat Schüchlin de erfenis kan opstrijken.
Er komt geen enkele vrouw in deze roman voor die in een liefdevolle verhouding tot haar man leeft. Huwelijken zijn bedoeld om er materieel voordeel bij te hebben. De geslachtsgemeenschap is niets anders dan een gewelddadige overmeestering.
Kerk
Is er van de kant van de kerk dan geen tegengeluid? De kerk is in dit dorp helaas alleen maar een instituut om bij voorbaat ongelukkige huwelijken in te zegenen. Kinderen zien het verdriet van hun moeders en zijn bang voor hun vaders. De dominee geeft vanaf de kansel het advies om op de nationaalsocialisten te stemmen.
Johann Schulz zou een tegenwicht kunnen vormen. Hij zou met zijn geliefde Marie een alternatief kunnen bieden, maar dit komt in de roman niet uit de verf. Johann, die met de communisten sympathiseert, blijft een schim. Over zijn politieke motieven vertelt de roman vrijwel niets. Hij wordt aan het einde van het boek door de politie gearresteerd, nadat de venijnige nazi Zillich hem in elkaar heeft geslagen.
Deze roman laat zien hoe een complete dorpssamenleving huiselijk geweld uitbreidt tot politieke gewelddadigheid die de vijand zonder aarzelen wil vernietigen. De nazi’s moorden alsof het niets is. Tegen deze achtergrond is het vreemd dat Johann Schulz wordt gezocht, terwijl jonge nazifanatici met hun messen hun gang kunnen gaan.
Onzeker joch
Minder geslaagd aan deze roman is het grote aantal personages. Evenmin functioneel is de vaagheid in de typering van Johann Schulz. Een echte overtuigde communist met revolutionaire idealen is hij niet. Wat is hij dan wel, behalve een onzeker joch?
Deze onzekerheid is waarschijnlijk de reden voor het weglaten van deze roman uit het overzicht van Anna Seghers’ gehele oeuvre in de officiële geschiedenis van de literatuur van de Duitse Democratische Republiek. Dat Anna Seghers zich na terugkeer naar Duitsland met de DDR vereenzelvigde en in dit land een gevierd schrijfster werd, heeft er vermoedelijk voor gezorgd dat zij in Nederland toch betrekkelijk onbekend is gebleven.
Boekgegevens
”Het judasloon”, Anna Seghers (vert. Elly Schippers); uitg. Van Gennep, Amsterdam, 2016; ISBN 978 94 616 4377 3 ; 190 blz.; € 19,90.