Zes aartsbisschoppen van de Syrisch-Orthodoxe Kerk veroordeelden het gebaar als een „verraad aan het geloof” en stelden dat de patriarch zijn titel als „verdediger van het orthodoxe geloof” heeft verspeeld. Zij beschouwen zijn handelwijze, evenals een verwijzing naar de profeet Mohammed, als een eerbetuiging aan de islam. Dat staat op gespannen voet met „de leringen van Jezus Christus en Zijn Heilig Evangelie”, luidt de kritiek.

Hun aanval deed dertig andere aartsbisschoppen prompt in het geweer komen om de patriarch te verdedigen. Zij vielen de critici aan vanwege „hun opstand tegen de kerk.” Hoewel de zes aartsbisschoppen een schrijven hebben gestuurd ter verdediging van hun handelwijze, oordeelt de meerderheid van de afgevaardigden van de kerk hun optreden als onjuist.

Afgevaardigden van de Syrisch-Orthodoxe Kerk hebben het afgelopen weekend de mogelijkheid besproken om een speciale kerkelijke vergadering bijeen te roepen om „de juiste beslissingen te nemen die passend zijn voor de situatie.”

De Syrisch-Orthodoxe Kerk, die wereldwijd 5 miljoen leden telt, heeft haar hoofdkwartier in Damascus, de hoofdstad van Syrië. De kerk is nauw betrokken bij de strijd tegen Islamitische Staat. De patriarch was vorig jaar nog het doelwit van een bomaanslag door iemand die als een priester vermomd was.

In 1996 werd Aphrem Karim gewijd tot metropoliet, waarbij hij de naam Cyrillus aannam. In 2014 benoemde de synode hem tot patriarch na het overlijden van patriarch Mor Ignatius Zakka I Iwas. Hij werd ingewijd met de naam Ignatius. De hoogste geestelijk leider van de Syrisch-Orthodoxe Kerk bracht in 2015 een bezoek aan Nederland. Ignatius Aphrem II is de 123e patriarch van de Syrisch-Orthodoxe Kerk van Antiochië.