Vuurwerkbranche ‘teleurgesteld en verdrietig’ over vuurwerkverbod
De vuurwerkbranche zegt teleurgesteld en verdrietig te zijn over zowel het vuurwerkverbod als over de voorgestelde compensatie van 40 miljoen euro. De Belangenvereniging Pyrotechniek Nederland (BPN) gaat volgende week met het kabinet om tafel om te bespreken „wat het fonds nu betekent”. De organisatie wil nog niet ingaan op de vraag of het compensatiebedrag afdoende is.
„Iedereen had nog goede hoop, maar hun boterham wordt nu afgepakt”, zegt BPN-voorzitter Marcel Teunissen. Hij zegt dat de branche nu ook met hogere kosten geconfronteerd wordt door extra opslag en ook langere opslag. Teunissen vindt het nog te vroeg om te zeggen welk bedrag dan wel afdoende is. „We weten wel dat we 77 miljoen aan omzet kwijt zijn”, aldus Teunissen. Vorig jaar werd dat recordbedrag aan vuurwerk de lucht in geschoten.
Teunissen laat verder weten „tot het einde” hoop te hebben gehad dat het kabinet anders zou beslissen over het verbod. „We hebben ook gezegd dat het nu nog te vroeg is voor zo’n besluit, zeven weken voor het eind van het jaar, omdat we nu nog niet weten hoe de vlag er dan bij hangt. We gaan ervan uit dat we volgend jaar gewoon weer vuurwerk kunnen verkopen.”
Staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) bevestigde het verbod en de compensatie na afloop van de ministerraad. Eerder deze week lekte al uit dat er een verbod op het verkopen en afsteken van vuurwerk zou komen. Veel handelaren hebben al vuurwerk gekocht en lopen door het verbod inkomsten mis. Volgens het kabinet hoeft het vuurwerk niet vernietigd te worden, omdat het volgend jaar kan worden verkocht.
Het verbod is eenmalig om te voorkomen dat de zorg en de politie nog zwaarder worden belast. Ziekenhuizen zijn overbelast door het coronavirus. Vorig jaar belandden ongeveer 1300 mensen in het ziekenhuis en op huisartsenposten door vuurwerkletsel.
Klein vuurwerk dat het hele jaar door verkocht mag worden, zoals bijvoorbeeld sterretjes, knalerwtjes en trektouwtjes, valt niet onder het tijdelijke vuurwerkverbod.