‘Financiële positie Amsterdam sinds 2015 verslechterd’
De financiële positie van Amsterdam is sinds 2015 verslechterd. Toch is de hoofdstad er financieel gezien nog steeds veel beter aan toe dan andere gemeenten, waardoor Amsterdam betere mogelijkheden heeft om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen. Dat meldt de Rekenkamer Metropool Amsterdam op basis van onderzoek.
De financiële prestaties van de hoofdstad, gemeten als het saldo van baten en lasten, nemen sinds 2015 af en zijn in 2019 zelfs negatief. Het is voor Amsterdam minder makkelijk om eenmalige tegenvallers met de algemene reserve op te vangen. Verder is sinds 2015 het structureel saldo gedaald, is de schuld ten opzichte van de gemeentelijke bezittingen gestegen en is de afhankelijkheid van rijksgelden toegenomen.
Tegelijkertijd stelt de rekenkamer dat de financiële positie, in vergelijking met andere gemeenten, nog steeds ruim is. Dat betekent dat Amsterdam in 2019 een slechtere uitgangspositie heeft om de gevolgen van de coronacrisis op te vangen dan in 2015 maar dat, gemiddeld genomen, deze uitgangspositie nog steeds veel beter is dan andere gemeenten in Nederland. Zo is het totaal eigen vermogen van Amsterdam (in totaal iets minder dan 8 miljard euro) per inwoner veel hoger dan andere gemeenten, aldus de Amsterdamse rekenkamer.
De rekenkamer heeft voor de gemeenteraad een aantal aandachtspunten op een rij gezet om op te letten bij de begroting van volgend jaar. Zo zou de raad er goed aan doen bij bezuinigingen realistisch te onderbouwen hoe de besparingen worden bereikt, oog te houden voor mogelijke financiële tegenvallers bij partijen waarin de gemeente een belang heeft en een duidelijk onderscheid te maken tussen incidentele en structurele effecten van de coronacrisis.