Syrische leider wil vluchtelingen terug
De Syrische leider Bashar al-Assad hoopt dat de komende maanden veel vluchtelingen terugkeren naar zijn land. „Dat heeft voor ons als regering de allerhoogste prioriteit in de komende fase”, verzekerde hij zijn Russische collega Vladimir Poetin in de aanloop naar een conferentie over zijn gevluchte landgenoten.
Sinds het begin van de bloedige Syrische burgeroorlog in 2011 zagen zo’n 5,5 miljoen Syriërs zich genoodzaakt hun land te ontvluchten. Omliggende landen als Turkije, Libanon en Jordanië vingen de meeste ontheemde Syriërs op, maar ook in Europese landen als Nederland arriveerden veel vluchtelingen. Inmiddels hebben de troepen van Assad het grootste deel van Syrië weer in handen.
In hoofdstad Damascus begint deze week een internationale conferentie over de terugkeer van gevluchte Syriërs. Assad maakte in een videogesprek met zijn bondgenoot Poetin duidelijk dat hij hoopt dat die top ertoe leidt dat veel vluchtelingen kunnen terugkeren naar zijn land. Critici vinden dat het daar nog te onveilig is.
Assad klaagde dat een „belegering” van zijn land door het Westen het grootste obstakel is voor de terugkeer van vluchtelingen. Hij verwees daarmee naar de sancties die zijn opgelegd door landen die zijn regime verantwoordelijk houden voor tal van mensenrechtenschendingen. De Syrische leider noemde de strafmaatregelen „onrechtvaardig” en hoopt op buitenlandse hulp om van de sancties af te komen.
Het is nog onduidelijk welke landen meedoen aan de conferentie, die woensdag begint. Libanon heeft aangekondigd een minister te sturen en VN-coördinator Imran Riza is als waarnemer aanwezig.