No claim
De no-claimkorting voor ziekenfondsverzekerden gaat door, maar de huisarts blijft erbuiten. Dat is het resultaat van intensief overleg tussen en binnen de regeringsfracties. Dat overleg verliep zo moeizaam dat het kamerdebat over deze zaak zelfs een week moest worden uitgesteld.Het CDA moest vorige week op het laatste nippertje bekennen dat het er nog niet uit was. Fractiegenoot Buijs, voormalig huisarts, bleef zich er fel tegen verzetten dat de huisarts onder de nieuwe regeling zou gaan vallen. Er gingen zelfs geruchten dat deze zaak hem een breuk met de fractie waard was. En aangezien na het vertrek van Wilders uit de VVD het aantal kamerleden waarop de regeringscoalitie steunt de kritische grens van 75 begint te naderen, moest een nieuwe afscheiding per se voorkomen worden.
De no-claimkorting is een variant van het eigen risico. Met dit verschil dat men niet ineens een bedrag moet betalen (wat voor een aantal ziekenfondsverzekerden een probleem kan zijn) maar door een hogere maandelijkse nominale premie het bedrag bij elkaar spaart. Voorzover men het niet uitgegeven heeft aan medicijnen en medische behandelingen, krijgt men na afloop van het jaar dat geld terug.
Het is een nieuwe benadering om de ziekenfondsverzekerden enig kostenbesef bij te brengen. Psychologisch gezien kiest men nu voor het middel van de beloning in plaats van de straf. Eerdere pogingen om een eigen risico in te voeren, bleken niet effectief te zijn.
Ook na het schrappen van het huisartsenbezoek uit de no-claimregeling blijft de linkse oppositie tegen het plan. Men is er erg beducht voor drempels op te werpen in de gezondheidszorg. Bovendien heeft men het bezwaar dat chronisch zieken en ook veel ouderen niet voor de korting in aanmerking komen.
De discussie is hierover nog lang niet ten einde. Voor 2006 staat de integratie van de ziekenfondsen en het particuliere verzekeringsstelsel op stapel. Dan komt de no-claimkorting opnieuw aan de orde. Door differentiatie naar leeftijd en geslacht, zodat rekening gehouden wordt met de hogere medische consumptie van ouderen, wil de VVD het draagvlak voor deze aanpak verbreden.
Dat de financiering van de gezondheidszorg een probleem is, zal iedereen duidelijk zijn. De medische wereld en de daarbijbehorende zorgverlening is onmiskenbaar een groeisector en dat geldt hier niet als een pluspunt. Het einde van die groei is nog lang niet in zicht.
De bevolking vergrijst. Door de voortgang van de medische wetenschap komen allerlei nieuwe behandelingen en medicijnen beschikbaar, maar die zijn vaak peperduur. En het werk in de zorg is arbeidsintensief en laat zich moeilijk automatiseren.
Voorkomen moet worden dat dure operaties en kwaliteitszorg alleen voor welgestelden toegankelijk zijn. Maar gratis zorg ondermijnt het kostenbesef. Er moet ook een financiële prikkel zijn om onnodig gebruik van medicijnen en medische diensten tegen te gaan.
Maar wat geldt hier als onnodig? Kan men dat zelf overzien en daar invloed op uitoefenen? Moet het bezoek aan de huisarts te allen tijde volstrekt gratis zijn, omdat mensen anders te lang wegblijven?
Je mag toch ook een beroep doen op hun gezond verstand. Uiteraard zal de een makkelijker de eigen bijdrage voor de huisarts (hoe die dan ook verrekend wordt) kunnen betalen dan de ander. Maar men moet toch ook begrijpen dat, als het echt nodig is, uitgaven voor medische zorg een hoge prioriteit moeten hebben in ons bestedingspatroon.
Ook bij een eigen risico of een no-claimregeling blijft het zo dat het overgrote deel van de medische uitgaven op een andere manier verrekend wordt. Al moet men daarbij niet vergeten dat dat geld wel ergens vandaan moet komen.