Kerk & religie

Dankdag

1 Thessalonicenzen 5:18a

4 November 2020 08:05Gewijzigd op 16 November 2020 20:52

„Dankt God in alles.”

Is het niet onze plicht dat men zo’n genadige God van harte lief zou hebben en alle goeds van Hem verwachten, van Hem Die de zonde vergeeft en deze aan de wereld met al haar zonden, die ontelbaar velen zijn, niet bezoekt? Want daar reeds de zonden van ieder mens afzonderlijk ontelbaar zijn, hoe zou iemand de zonden der wereld tellen? Nochtans staat hier dat God de wereld alles wil kwijtschelden en vergeven. Want waar de liefde Gods heerst, daar moet ook vergeving van zonden zijn.

Wij moesten dus onze harten openstellen en ons zo’n liefde indenken, daar God de wereld, die Zijn natuurlijke vijandin is, zoveel geeft, dat Hij Zichzelf aan haar geeft, zodat men niets anders als enkel genade en vriendelijkheid te verwachten heeft. Hoe het ook gaat in dit tijdelijke leven, goed of slecht, men mag zich zonder enig voorbehoud aan deze liefde houden en alle goeds van God verwachten, omwille van Christus. Door zulke gedachten moest toch het hart vrolijk en welgemoed worden.

Ik en alle christenen moeten het tenminste belijden, dat wij onder het pausdom in allerlei gruwelen en afgoderij geleefd en ons met menigerlei zonden bezoedeld hebben. Zo’n goddeloos leven nu heeft God niet gestraft naar dat wij verdiend hadden, maar heeft Zijn liefde doen stralen en de Zoon, Die Hij reeds vroeger de wereld geschonken had, weer door het Evangelie geopenbaard.

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg (”Gods liefde in Christus”, preek uit 1538)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer