Trots torenen de minaretten boven Tilburg uit
Op zichzelf zijn het pláátjes. Tilburg: trots torenen twee in een zee van zacht licht gehulde minaretten uit boven hun omgeving. Rotterdam: zelfde verhaal. De foto’s, groot formaat, zijn deze weken te zien op een expositie in het Brabantse Uden. Tien foto’s, gemaakt in tien Nederlandse steden. Onwillekeurig dringen zich echter associaties op met zeven ándere steden.
Het is alweer een paar weken geleden dat de Rotterdamse wethouder Pastors (Leefbaar Rotterdam) de nota ”Ruimtelijk moskeebeleid 2004” introk. Met deze, in juni gepresenteerde nota wilde het college van burgemeester en wethouders onder meer vastleggen dat nieuwe moskeeën wat architectuur en gebruikte materialen betreft moeten passen in de buurt waar ze worden gebouwd.
Aanleiding tot de nota vormde de bouw van de omstreden Essalam-moskee in Rotterdam-Zuid, schuin tegenover het Feyenoord-stadion, met een koepel van 25 meter en twee minaretten van elk 50 meter hoog. Aanleiding tot de tentoonstelling vormde de „opzienbarende” toespraak die burgemeester Opstelten bij de eerstesteenlegging van deze moskee hield. Hierin zei hij onder andere dat het bouwwerk wat hem betreft wel wat minder exotisch en omvangrijk had mogen zijn.
Opsteltens woorden maakten veel reacties los, variërend van bijval tot scherpe afkeuring. Maar zijn toespraak bracht, aldus een toelichting op de expositie, ook een polemiek uit het verleden in herinnering. „In de negentiende eeuw deed zich in Nederland een controverse voor die, in al zijn verscheidenheid, op een aantal punten opvallende gelijkenissen vertoont. Destijds stonden de hervormden tegenover de rooms-katholieken. Ook toen ging het om een onderliggende groep (de katholieken) die zijn herwonnen vrijheid mede tot uitdrukking bracht in de oprichting van grote, neogotische kerken en kloosters.”
Over die polemiek, in verleden en heden, gaat de tentoonstelling in het Museum voor Religieuze Kunst, met de titel ”De hemelbestorming van Katholieken en Moslims. De kritische ontvangst van kerken en moskeeën in Nederland”. Het betreft een project dat totstandkwam in samenwerking met de Turks Islamitische Culturele Federatie (TICF) en de Stichting Arabesk. Met financiële ondersteuning van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de Mondriaan Stichting en de provincie Noord-Brabant.
Meest in het oog springend zijn toch wel de, op groot formaat geprinte, foto’s aan de wanden. Een Katwijkse moskee, opvallend gepositioneerd in de Hollandse duinen. De megagrote Taibah-moskee in de Amsterdamse Bijlmer. Moskeeën in Delft, Maassluis, Rotterdam, Tilburg, Zaandam. Bedreigend? De tastbare bewijzen van de islamisering van de Nederlandse (stads)samenleving?
Wouter Prins, betrokken bij de opzet van de expositie, houdt zich wat op de vlakte. „De voorzitter van de TICF, drs. Ayhan Tonca, die de expositie begin september opende, zei: „Onbekend maakt onbemind.” Ik geloof dat dat waar is. Maar, laat de bezoekers zelf hun conclusies maar trekken.”
Een van zijn collega’s, Jan van der Doelen -„Zeg maar de huismeester van dit museum”-, wil dat wel doen. „Ieder z’n vrijheid, ieder z’n geloof. Maar van mij hoeft dit niet. In Istanbul past het, dat suikerspingedoe. Hier niet. Wouter is mij wat te enthousiast.”
Een bordje bij het tentoonstellingsonderdeel van de Stichting Arabesk spreekt andere taal. „Vooral in de laatste tien jaar is het architectonisch landschap in Nederland verrijkt met een nieuw type gebouw dat er daarvoor (bijna) niet was: de islamitische moskee, annex sociaal-cultureel centrum. Het resultaat is een nieuwe functionaliteit in voor Nederland nieuwe architectonische vormen. Deze expositie geeft voor het eerst een beeld van de rijkdom en vormentaal van moskeebouw in Nederland.”
De expositie werpt ook een blik op de toekomst. Een toekomst waarin moskeeën wellicht niet langer zullen worden gebouwd in de traditionele stijl, die is afgeleid van de koepelmoskeeën van „de legendarische zestiende-eeuwse Ottomaanse bouwmeester Sinan” - die in zijn ontwerpen weer terugging op de van oorsprong christelijke Aya Sophia. Te zien is een ontwerp van een multiculturele moskee, „de eerste Nederlandse Poldermoskee”, in Rotterdam. Te zien zijn ook kerken van de toekomst, waaronder de nieuwe rooms-katholieke kerk in Maassluis, een ontwerp van Royal Haskoning Architecten. „En in de inzending van architectenbureau K2 voor de prijsvraag van het bisdom Rotterdam 1996 is de vorm van het kerkgebouw volledig aangepast aan de mobiele mens, die het merendeel van zijn tijd niet langer doorbrengt in zijn huis in een stadswijk of dorp, maar rondreist over spoor, weg en water.”
De tien foto’s zijn van de hand van fotograaf Hans Wilschut. Hij koos voor een „subjectieve, impressionistische interpretatie” in plaats van voor een „koele registratie.” „Het is Nederland, maar veelal ontbreekt een nadere plaatsaanduiding”, meldt de informatie. „De kunstmatige verlichting, de stilte van de nacht en van het vroege uur alsmede het ontbreken van ieder menselijk spoor geven aan de beelden een raadselachtige lading: is het een droom of is het werkelijkheid?” Het antwoord geeft hetzelfde bordje. „In korte tijd zijn er in Nederland talrijke moskeeën gesticht. Het huidige aantal wordt geschat op een kleine 500.” Het is werkelijkheid.
De link naar de controverse in de negentiende eeuw, toen rooms-katholieken hun schuilkerken verlieten en massaal aan het bouwen sloegen, stemt tot nadenken. „In protestantse kringen werd met lede ogen toegezien hoe het protestantse landschap meer en meer werd verstoord door de hoge torens van kloeke katholieke kerken.” In een halve eeuw tijd werden zo’n 700 rooms-katholieke kerken opgericht. „Thans is het land overdekt met woekerplanten van den ouden stam; overal middeneeuwsche vormen, kerkelijke bouwmotieven, kruisramen, baksteentjes overeind, overdwarsch, overkruis, schotsch en scheef… en overal torens, torens en torens, een ware torendolheid”, fulmineerde de liberale letterkundige Carel Vosmaer in 1882.
Bezien in het licht van het theocratisch beginsel, van artikel 36 NGB, staan die torens misschien op dezelfde lijn als minaretten, minaretten en minaretten. Toch voel je even de neiging om Luthers uitspraak ”liever Turks dan Paaps” om te draaien.
De tentoonstelling in het vanouds rooms-katholieke Brabant ademt verdraagzaamheid. Een verdraagzaamheid die ten laatste mogelijk ook de zeven gemeenten in Klein-Azië kenmerkte. Nabij de ruïnes van wat eens christelijke kerken waren, torenen thans de minaretten. Gehuld in een zee van zacht licht.
De expositie ”De hemelbestorming van katholieken en moslims” loopt nog tot 31 oktober. Adres: Vorstenburg 1, Uden. Openingstijden dinsdag t/m vrijdag 10.00-17.00 uur, zaterdag 13.00-17.00 uur. Tel. 0413-263431.