Lutherse dames uit Reformatie op Duitse postzegel
Door voortschrijdend onderzoek worden steeds meer adellijke dames ontdekt die een specifieke bijdrage leverden aan de kerkhervorming waar Luther zich voor inzette. Twee van hen staan sinds oktober op een Duitse postzegel. Wat was het bijzondere van deze vrouwen uit de zestiende eeuw?
Dat Duitse edelmannen in de context van de Reformatie een belangrijke partij vormden, is wel bekend; denk aan Frederik de Wijze in Wittenberg of Philipp van Hessen in Marburg. Dat adellijke dames zich ook met de kerkhervorming bemoeiden, is een minder bekend gegeven. Toch waren er verscheidene vrouwen die zich intensief met de zaken rond de Reformatie bezighielden. Een van de bekendste is Argula von Grumbach, over wie al een complete biografie verscheen. Op een ”Briefmark” geeft de Deutsche Post sinds oktober aandacht aan twee andere dames: Elisabeth von Calenberg-Göttingen en Elisabeth von Rochlitz. Wie waren zij?
Om met de eerste te beginnen: Elisabeth von Calenberg-Göttingen (1510-1558), geboren als Elisabeth von Brandenburg, maakte als kind de start van Luthers Reformatie mee. Het geestelijk klimaat thuis was humanistisch en ook streng religieus.
Haar vader, keurvorst Joachim I van Brandenburg, zal in 1520 Luthers ”Brief aan de Duitse adel” gelezen hebben. Daarin wilde de hervormer drie muren van de machtige pauselijke kerk omver halen, respectievelijk: de macht van de geestelijken over de leken, de kerk die als enige de Heilige Schrift kan uitleggen en de oppermacht van de paus over kerk en wereld De keurvorst was trouw aan de pauselijke kerk en stemde niet in met Luthers oproep om als edelman de muren van Rome te helpen afbreken. De moeder van Elisabeth, een Deense prinses, neigde wel tot de Reformatie, wat spanningen gaf in het gezin.
Dochter Elisabeth trouwde nog voor haar vijftiende verjaardag met de veertig jaar oudere hertog Erich I von Braunschweig-Calenberg-Göttingen. Het moeizame huwelijk duurde tot de dood van haar man in 1540. Ze kregen een zoon, die als Erich II door het leven ging.
Tolerant
Ondanks veel moeilijkheden was de oude echtgenoot tolerant tegenover zijn vrouw, die de Reformatie trouw bleef. Elisabeth kreeg contact met Luther (vooral schriftelijk) en maakte een keus voor een eigen predikant voor haar vorstendom. Antonius Corvinus zou daar dienen met prediking, pastoraat en vooral met raad over de soms moeilijke theologische problemen. Corvinus had in Wittenberg gestudeerd; daar had hij zich losgemaakt van het erasmiaans humanisme. Na de dood van haar man voerde Elisabeth in haar vorstendom de Reformatie door en kreeg Corvinus de taak om toezicht uit te oefenen op het kerkelijk leven. Hij stelde de Calenberger kerkorde op. Dat model kreeg in Noord-Duitsland navolging. Centraal daarin stond de kerkvisitatie, bedoeld om kerkelijke scheefgroei te voorkomen.
In 1545 nam Elisabeths zoon de regering over, maar zijn huwelijk en zijn keuze voor de Rooms-Katholieke Kerk verstoorden de verhouding met zijn moeder. Erich II zou trouwen met Anna van Hessen maar koos uiteindelijk Sidonia van Saksen als echtgenote. Het huwelijk werd een uiterst moeizame relatie, vooral door het verschil in kerkkeus. Elisabeth hertrouwde intussen met Graaf Poppo XII van Henneberg.
Elisabeth belandde in 1553 in Thüringen. Daar schreef ze een troostboek voor weduwen. Ze wees op de troost die Christus geeft aan allen die Hem daarom bidden; het was „het hoogste goed” dat een mens kan ontvangen. Ze stierf in 1558 te Ilmenau.
Haar betekenis voor de Reformatie was merkbaar in heel Noord-Duitsland, waar het overgrote deel van de adel overging tot het lutheranisme. Ook was zij de auteur van een groot aantal theologische geschriften ten gunste van de Reformatie.
Bevorderaar
De tweede edelvrouw op de postzegels is Elisabeth von Rochlitz (1502-1557), ook bekend als Elisabeth van Hessen. Haar jongere broer Philipp werd na 1520 een fervent bevorderaar van de lutherse kerkhervorming. In 1509 werd de vijfjarige Philipp formeel de heerser te Marburg. Zijn moeder trad op als regentes.
Elisabeth trouwde in 1515 met Johann, de erfprins van Saksen. Hun huwelijk vond plaats met pauselijke dispensatie, omdat ze in de eerste graad familie van elkaar waren. Het huwelijk bleef kinderloos. Elisabeth leed erg onder slapeloosheid, ook omdat haar man vaak ziek was.
Luthers optreden na 1517 leidde ertoe dat ook in deze familie een splitsing ontstond: moeder Anna bleef bij de pauselijke kerk, terwijl zoon Philipp een enthousiast volgeling van Luther was sinds hij de hervormer had ontmoet op de rijksdag van Worms in 1521. Elisabeth, die ook neigde tot de Reformatie, wist de vrede in de familie te bewaren door tactvol op te treden.
Kasteel
Toen hertog Johann in 1537 overleed, trok Elisabeth naar het slot Rochlitz in Saksen. Ze liet haar kasteel uitgroeien tot een centrum van cultuur en reformatorische impulsen. De vorstin had bij haar aankomst de lutherse leer aangenomen en voerde die door in heel haar machtsgebied.
Haar broer wees Elisabeth de Hessische theoloog Johann Schütz, een vrij onbekende pastor van de lutherse kerk, als predikant toe. Zijn eerste kerkdienst betekende voor het stadje Rochlitz de doorbraak van de Reformatie. Niemand werd gedwongen over te gaan tot de Reformatie; vrijheid van godsdienst was de leus van de vorstin.
Elisabeth werd op aanbeveling van haar broer als enige adellijke vrouw lid van de Schmalkaldische Bond, het bondgenootschap van protestantse vorsten. Daar liet ze zich stevig gelden te midden van soms weifelende edellieden. Ze gaf haar 16-jarige neef Maurits van Saksen politieke raad met oog voor de belangen van de Reformatie. Helaas trok Maurits zich later als vorst (in 1547) weinig van deze wijsheid aan – hij liep over naar de tegenpartij.
In de Schmalkaldische Oorlog fungeerde het slot als informatiecentrum voor de Schmalkaldische Bond. Elisabeth schreef brieven aan adellijke vrienden in een zelf ontworpen geheimschrift. De oorlog verliep in de beginfase echter zo slecht dat Maurits Elisabeth dwong Rochlitz te verlaten. Via Philipp kreeg ze een ander onderkomen in de stad Schmalkalden. De oorlog liep slecht af voor de keizer, maar daarvan heeft Elisabeth weinig meegekregen. Ze werd ernstig ziek en overleed eind 1557.
De betekenis van Elisabeth van Hessen ligt vooral op politiek-religieus gebied. Als zeer intelligente vrouw heeft zij haar gaven ingezet voor de versterking van de lutherse kerkhervorming.