Pauluskerk luidt noodklok over kwetsbare, dakloze arbeidsmigrant
Ze kwamen als arbeidsmigranten naar Nederland, raakten hun werk kwijt en zwerven nu door Rotterdam. Steeds vaker krijgt de Pauluskerk in die stad te maken met daklozen uit Midden- en Oost-Europa die in een „zeer kwetsbare positie” verkeren. Een nieuw noodsteunpunt wil hun perspectief bieden.
Perspectiva Pauluskerk. Onder die naam gaat maandag het nieuwe steunpunt van het diaconaal centrum in Rotterdam van start. Een Engels- en Poolssprekende maatschappelijk werker staat, samen met vrijwilligers, klaar om op straat belande arbeidsmigranten uit de EU hulp te bieden.
Volgens predikant-directeur ds. Dick Couvée van de Pauluskerk, die half november met emeritaat gaat, is er alle reden om de noodklok te luiden over de „verslechterende situatie” van deze groep. Die bestaat voor 80 procent uit Polen, naast onder andere Bulgaren en Roemenen.
Wat is er precies aan de hand met deze migranten?
„Rotterdam telt zo’n 30.000 arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa. Zij werken vaak tegen zeer lage salarissen voor een soort uitzendbureaus die ook in een woonplek voorzien. Door de coronacrisis zijn veel tijdelijke contracten niet verlengd. Dat betekent: geen werk, geen geld, geen huis. Van de naar schatting 200 tot 250 mensen die in Rotterdam op straat slapen, komt twee derde uit Midden- en Oost-Europa. Een veel grotere groep thuislozen uit die landen slaapt steeds een paar dagen bij een familielid of vriend op de bank.”
Wat zijn de meest schrijnende situaties die u tegenkomt?
„We komen veel kwetsbare mensen tegen die op straat leven en hopeloos zijn. Ze hebben te maken met problemen zoals verslaving aan alcohol of drugs, en krijgen geen goed eten. Sommigen zijn er ontzettend slecht aan toe. In de Pauluskerk willen we ons over hen ontfermen met praktische hulp. In een beperkt aantal gevallen –op dit moment vijf– kunnen we daarbij tijdelijk een noodbed bieden. Want in de reguliere nachtopvang kunnen deze arbeidsmigranten niet terecht. Omdat ze niet uit Nederland komen zijn ze zogeheten niet-rechthebbenden.”
Wat wilt u met het noodsteunpunt bereiken?
„Het gaat er niet om mensen eindeloos op te vangen. We willen hun een duurzaam perspectief bieden. Als ze wit hebben gewerkt, kunnen we bijvoorbeeld nagaan welke sociale rechten ze hier hebben opgebouwd en hen helpen om die daadwerkelijk te krijgen, want dat is niet vanzelfsprekend.
Verder zullen we in de meeste gevallen kijken naar mogelijkheden voor terugkeer naar het land van herkomst, in samenwerking met andere organisaties. Om daarover na te kunnen denken hebben mensen eerst een time-out nodig, een periode om tot rust te komen op een warme plek, met een maaltijd, een douche, nieuwe kleren. Die bieden we hen.”
In hoeverre belemmert verslaving een terugkeer naar het land van herkomst?
„Dat hangt sterk van de individuele situatie af, maar een verslaving kan terugkeer inderdaad lastiger maken. Als het nodig is, zorgen we dat iemand met een verslaving via de medische weg wordt geholpen, al dan niet in samenwerking met de gemeente.”
Wat is nodig voor een structurele oplossing voor de dakloze arbeidsmigranten?
„Als kerk hebben we een verantwoordelijkheid op het gebied van barmhartigheid, maar het gaat ook om gerechtigheid. Daarom willen we de problematiek van deze groep zichtbaar maken richting de landelijke en plaatselijke overheid. De gemeente Rotterdam is alleen bereid om mensen uit deze groep te helpen als ze zich op voorhand bereid verklaren terug te keren naar hun land. Maar er moet ook oog zijn voor de grote groep die nog niet zover is terug te kunnen keren. Op straat staan mensen in de overleefstand. Zij zijn niet in staat na te denken over hun toekomst.
De problemen spelen niet alleen in Rotterdam. Landelijk gezien zijn er ongeveer 850.000 arbeidsmigranten waarvan zo’n 500.000 uit Midden- en Oost-Europa. Zij werken onder meer in de bouw, de agrarische sector en de schoonmaak. Voor de Nederlandse economie zijn zij van groot belang, maar ze hebben een uiterste zwakke positie op de arbeids- en woningmarkt. Door de coronacrisis worden hun problemen uitvergroot. Samen met andere hulporganisaties hebben we het kabinet afgelopen zomer een brief gestuurd met het verzoek om stappen te zetten om hier structureel iets aan te doen. Er moet een plan van aanpak komen van dak- en thuisloosheid van niet-rechthebbenden. De overheid mag deze groep niet aan zijn lot overlaten.”