Kerk & religie

Petrus Immens in Brabant

Bij uitgeverij Den Hertog verscheen deze donderdag mijn biografie van Petrus Immens, die 300 jaar geleden overleed. Bekend is dat Immens predikant was in Middelburg, maar dat hij meer dan de helft van zijn leven in Brabant heeft gewoond was tot nu toe onderbelicht. Daarover in dit artikel meer.

Steef Post
29 October 2020 20:51Gewijzigd op 16 November 2020 20:48
”Gezicht op Oirschot”, schilderij van Mattheus Derk Knip. beeld Metzemaekers
”Gezicht op Oirschot”, schilderij van Mattheus Derk Knip. beeld Metzemaekers

Halverwege de maand juli 1648 was het in Den Bosch een drukte van belang. Vele in het zwart geklede heren kwamen de stad binnen en zochten onderdak in een van de herbergen. Het waren predikanten en hoogleraren die gekomen waren voor de grote kerkelijke vergadering. Op 21 juli trokken ze onder veel belangstelling naar de grote kerk waar de vergadering volgens afspraak geopend zou worden. Meteen was er al vertraging. De predikanten van de belangrijke provincie Holland bleken nog niet aanwezig te zijn. Na twee dagen tevergeefs wachten opende ds. Henricus Coenrade op 23 juli de vergadering. Het gezelschap bestond uit 25 leden en hun belangrijkste taak was om predikanten te benoemen voor de dorpen in de meierij van Den Bosch, die na het tekenen van de Vrede van Munster definitief aan de Republiek toeviel. Zaterdagmiddag en maandagochtend werd er niet vergaderd, om predikanten de ruimte te geven in een van de omliggende dorpen te gaan preken. Maar dat viel niet mee. Er was veel weerstand binnen de rooms-katholieke dorpsgemeenschappen.

Beroepsbrieven

De vergadering stelde in totaal 52 predikanten aan om hun werk in de dorpen te doen. Daarnaast werden er schoolmeesters benoemd en andere kerkelijk werkers. Met dat alles was het in die maanden rondom de vergadering een reizen en trekken van belang. Beroepsbrieven moesten bezorgd worden en in het hele land bezochten afgevaardigden classisvergaderingen om de losmaking te regelen. Tientallen proponenten, schoolmeesters en aspirant-kosters kwamen de stad binnen om hun opwachting te maken en zich voor te bereiden op het kerkelijk examen.

Ergens in dat gewoel van komen en gaan ontmoetten twee jonge mensen elkaar. Een jonge Duitse proponent kreeg contact met een jonge Bossche domineesdochter. Zij heette Maria van der Deliën en hij Robertus Immens. De proponent werd door de kerkvergadering benoemd in Schijndel. Een halfjaar later was de bruiloft en Maria trok met haar man naar het verarmde, kleine dorp. Het domineeshuis zal haar niet zijn meegevallen. Het was ronduit bouwvallig. Zolders, vloeren en schoorstenen moesten hoognodig gerepareerd worden. Onder het huis was een niet-geplaveide kelder vol ongedierte.

Het jonge paar kreeg al snel kinderen en toen ze tien jaar later naar Oirschot vertrokken telde het gezin acht personen. In Oirschot werden nog vier zonen en een dochter geboren. De jongste zoon heette Petrus. Deze Petrus Immens zou in Middelburg de verhandelingen uitspreken over geloof, verbond en avondmaal, die dertig jaar na zijn dood van de pers rolden onder de titel ”De godvruchtige avondmaalganger”. Maar voor hij afreisde naar het Zeeuwse, zou Petrus bijna dertig jaar aan de gemeente van Oirschot verbonden blijven. Eerst als zoon van de dominee, later als herder en leraar. De Brabantse periode moet de predikant hebben gevormd, maar het waren zeker niet gemakkelijkste jaren.

2020-10-29-katDO1-bijKPimmensboek29-2-FC-V_web.jpg

Te zeggen dat de dorpen van de meierij niet openstonden voor het Evangelie, zou een understatement zijn. De jonge predikanten, die door de kerkvergadering werden uitgezonden, werden ronduit vijandig ontvangen. De dorpsgeschiedenis van Oirschot maakt helder waar de aversie vandaan kwam. In 1648 werden als gevolg van de afspraken bij de Vrede van Munster de rooms-katholieke ambtsdragers van de ene op de andere dag vervangen door gereformeerde buitenstaanders. De pastoor moest uit het dorp vertrekken, de grote kerk werd alleen geopend voor het piepkleine groepje gereformeerden en de rooms-katholieke dorpelingen hadden geen plek meer om samen te komen. Toen Petrus Immens veertig jaar later zelf predikant werd in Oirschot, was de situatie enigszins genormaliseerd. Er was een zogenaamde schuilkerk voor de rooms-katholieken en er was een eigen pastoor. Dat deze versoepeling niet leidde tot loyaliteit jegens de gereformeerde ‘indringers’, zal niet in de laatste plaats te maken hebben gehad met de pittige geldbedragen die voor deze voorrechten betaald moesten worden. Zo moest in Oirschot pastoor Giuseppe Spinelli 500 gulden betalen om in vrijheid zijn ambt te mogen uitoefenen.

Immens had last van de negatieve stemming in het dorp. Vaak werd de kerkdienst verstoord. Dorpelingen gingen, zelfs tijdens het avondmaal, luidruchtig de grafstenen in de kerk lichten ter voorbereiding van een begrafenis. Ook op andere manieren werd er lawaai gemaakt tijdens de kerkdienst en het hielp niet om de mensen eruit te zetten en de kerkdeur af te sluiten: „het lopen en razen der papisten in onze kerk met hare klompen” ging buiten de kerk gewoon door.

2020-10-29-katDO1-bijkpkerkoirschot29-4-FC_web.jpg
De Sint-Petruskerk is de centrale kerk van Oirschot, gewijd aan de Heilige Petrus en kwam in 1515 gereed. De hoge spits op de kerk werd in 1627 vernield door een blikseminslag, en sindsdien is de toren stomp. beeld Wikimedia

Vruchteloos

Maar er was meer dat de jonge Immens pijn gedaan zal hebben. De arbeid in het Brabantse land leek vruchteloos. Vijftig jaar nadat het dienstwerk in Oirschot was opgepakt en na bijna tien jaar trouwe arbeid van Petrus Immens waren er nog maar 27 leden, 12 mannen en 15 vrouwen. Het groepje kwam met de kinderen samen in een afgeschot stukje van de grote kerk. Van die twaalf mannen moesten de meesten omwille van hun functie gereformeerd zijn: de predikant, de ambachtsheer, de drossaard en de veldwachter, de twee onderwijzers en de gemeentesecretaris.

De diepste wonden zijn in de Brabantse periode ongetwijfeld geslagen door de vele sterfgevallen. Tegelijk hebben deze periodes van rouw Petrus wellicht het meest gevormd. Op jonge leeftijd verloor Petrus een zusje van net een jaar. Hij was acht toen zijn moeder stierf en vijf maanden later sneuvelde zijn stoere broer Nicolaus in de slag bij Bonn. Toen Petrus twaalf was overleed Johannes door de tering en twee weken later overleed door een „schielijk toeval” de oudste broer Robertus. Rond zijn twintigste verloor Petrus nog twee broers. Andreas verdronk in zee en Samuel overleed waarschijnlijk in Poortvliet. Vooral het overlijden van moeder Maria van der Deliën was een grote slag voor het hele gezin. Voor Maria zelf was het een dag waarnaar ze kon verlangen.

O, wat een dag zal dat dan wezen,

Als ik bevrijd van ongeval

U eeuwig lieven zal en vrezen

En nooit U weer vergrammen zal.

Maar gans verlost van al mijn zonden,

Uw deugden eeuwig zal verkonden.

Vanaf haar sterfbed sprak moeder Maria al haar kinderen nog een keer toe. Tegen de jonge Petrus zei ze: „Ook Ismaël zal leven.” De betekenis van deze uitspraak moet wel zijn dat Maria geloofde dat ook haar jongste zoon een kind van God zou worden. Deze belofte is meer dan vervuld. Niet alleen kwam Petrus Immens zelf tot geloof, maar hij mocht ook veel gelovigen bemoedigen met zijn preken en verhandelingen over het avondmaal.

En het Brabantse land? In 1741 hield hoogleraar Cornelis de Witt een feestrede in verband met het honderdjarig bestaan van de classis Den Bosch. Hij vertelde hoe zijn vader met Petrus Immens over de heide bij Sint Oedenrode had gewandeld. En hoe deze mannen dan samen op een eenzame plaats knielden en baden voor de dorpelingen in de meierij. Bij het uitspreken van deze feestrede sprak hij: „Die heide, welke onder hartelijke gebeden met zulke tranen besproeid en nat gemaakt is, kan niet onvruchtbaar blijven.” Ondanks deze mooie profetische woorden heeft in het Brabantse de gereformeerde leer nooit echt wortel geschoten.

2020-10-29-katDO1-bijkpoirschot29-6-FC-V_web.jpg
beeld RD, Sjaak Verboom

Evangelisatiedrang

Tegen de zin van de kerkenraad van Sint Anna ter Muiden werd hun predikant Robertus Immens begin 1676 door de classis verplicht om een paar maanden als legerpredikant te gaan dienen in Diksmuide. Of Robertus, de oudste broer van Petrus Immens, er zelf ook bezwaar tegen had, is niet duidelijk. Wel dat hij onmiddellijk na het bekend worden van deze missie een grote inzameling startte van gereformeerde preken en boeken. Hij wilde deze lectuur verspreiden onder de rooms-katholieke bevolking. De actie werd een groot succes. Toen Immens half januari naar Diksmuide vertrok, kon hij een pakket Bijbels en gereformeerde lectuur meenemen ter waarde van maar liefst 135 gulden. Evangelisatiedrang onder de rooms-katholieke naaste was Robertus met de paplepel ingegoten.

Evangelie in Brabant

De biografie van Petrus Immens (uitg. Den Hertog, 220 blz., € 19,90) is opgedragen aan Henk en José van den Boogaart en in hen aan allen die met volharding werken aan de verspreiding van het Evangelie van Jezus Christus in Brabant. Het werk onder de Brabanders blijkt nog steeds weerbarstig. Henk van den Boogaart uit Tilburg: „Er is weinig kennis, de kerkgang werd veelal als sleur beschouwd en het Evangelie van Christus lijkt weinig waarde te hebben.” Evangelist Arend Mourik uit Oosterhout herkent het. „Veel rooms-katholieken zijn helemaal klaar met de kerk en zijn vervallen tot atheïst of agnost.” Toch doen de evangelisten het werk ook met vreugde. Er zijn mensen op zoek. God verbreekt ook in het Brabant van 2020 harten en verslagen zielen mogen tot Christus worden geleid.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer