Binnenland

Nieuwe energie voor oudgediende

Met het vertrek van PvdA’er Jeltje van Nieuwenhoven (61) verliest de Tweede Kamer een markante volksvertegenwoordiger.

Kees de Groot
12 October 2004 10:03Gewijzigd op 14 November 2020 01:44
VAN NIEUWENHOVEN …markant…
VAN NIEUWENHOVEN …markant…

Na 23 jaar in het parlement, met een korte onderbreking van 1982 tot 1983, verruilt de ”rooie vrouw” haar blauwe zetel voor het pluche van een gedeputeerdenstoel in de provincie Zuid-Holland.

Het kamervoorzitterschap van 1998 tot 2002 en haar PvdA-fractievoorzitterschap -in beide functies was ze de eerste vrouw die dat werk deed- zijn ongetwijfeld de hoogtepunten uit haar lange diensttijd in de Tweede Kamer. Het PvdA-leiderschap duurde evenwel slechts kort: van 16 mei tot 19 november 2002. Wouter Bos versloeg haar in de verkiezing tot nieuwe fractievoorzitter.

Dat betekent niet dat ze impopulair was bij de PvdA-kiezers. Bij de verkiezingen van 2002 en 2003 haalde ze voor haar partij meer dan 200.000 voorkeurstemmen binnen. Alleen VVD’er Erica Terpstra kon daar enigszins aan tippen.

Van Nieuwenhoven, geboren op 2 augustus 1943 in het Friese Noordwolde, begon haar loopbaan als bibliothecaresse. In die hoedanigheid ging ze in 1974 aan de slag bij de Wiardi Beckmanstichting, het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Ze klom korte tijd later op tot wethouder in Vinkeveen.

Twee jaar daarvoor was Van Nieuwenhoven bestuurslid geworden van de landelijke werkgroep Rooie Vrouwen in de PvdA. Ze heeft zich haar hele carrière ingezet voor de emancipatie van de vrouw; vooral ook voor de positie van vrouwen in de politiek.

In 1981 maakte ze als nieuw kamerlid nog net het laatste kabinet-Van Agt mee. In de Kamer gold ze als een vertolker van het authentieke linkse geluid binnen de PvdA. De ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw, gekenmerkt door haar knauwende manier van spreken, was de laatste tijd woordvoerder op het gebied van kunsten, cultuur en internationaal cultuurbeleid. Daarnaast was ze voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zaken.

In 2000 zei ze tegen Het Parool dat je „politiek niet als iets hoogs en verhevens moet zien. Het moet duidelijk te volgen zijn wat er is afgesproken en wat er is uitgevoerd. Dat is niet alleen voor politici en burgers belangrijk, maar ook voor de mensen die in een bepaalde sector werken.”

Van Nieuwenhoven kreeg van anderen gedurende haar loopbaan veel lof toegezwaaid. Oud-D66-kamerlid Guikje Roethof zei het zo: „Ik vind het heel bijzonder dat iemand die er al zo lang zit, toch een sprankelende persoonlijkheid blijft. Je ziet heel wat mensen verdrogen in Den Haag.”

De overstap van de Tweede Kamer naar het provinciebestuur beschouwt Van Nieuwenhoven als een „grote stap vooruit” en „een eer”, zei ze maandag op een persconferentie. Het vergde echter wel „enige moed” om „onder de kaasstolp uit te komen”, bekende ze. Aan werklust ontbreekt het haar nog niet. Toen ze werd benaderd voor de functie als gedeputeerde voelde ze direct „nieuwe energie” opkomen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer