Kerkhistoricus dr. André Roes: Het is vaak zo verbaal en druk in de kerk
Dr. André Roes mist in de kerk stilte, toewijding, het devotionele. „Ik vind het vaak zo druk en verbaal.” Daarom vindt hij herwaardering van Maria, de moederlijke kant van God, nodig. Maar: „Geen mariologie zonder christologie.”
Dr. Roes (1946) is rooms-katholiek kerkhistoricus. Hij presenteert zaterdag zijn boek ”Maria. Pleidooi voor een barmhartige en vreugdevolle Kerk” (uitg. Halewijn-Berne Media, Heeswijk). Daarin verkent hij de Bijbelse verhalen over Maria, de ”mariale” dogma’s (de onbevlekte ontvangenis en de hemelvaart van Maria, die in 1854 en 1950 werden vastgesteld), het belang van Mariadevotie, maar ook de argwaan die ertegen bestaat.
Vertrouwen
Voor dr. Roes is Maria moeder en bron van vertrouwen, barmhartigheid en vreugde. Mensen die tot Maria bidden vertegenwoordigen het verticale, biddende, „mariale” aspect van de kerk, een pijler die volgens de auteur in de noordelijke streken van het christendom teveel verwaarloosd is. „Mariadevotie is geen voorbijgaand volksverschijnsel, maar uiting van een blijvende honger van de mens om zich te kunnen toevertrouwen.”
God is een vader, maar ook een moeder, aldus dr. Roes. „Maria drukt de moederlijke kant van God uit. De kerkelijke traditie verbindt Maria graag met het stille en deemoedige optreden van de Heilige Geest. Die Heilige Geest troost in verdriet en ziekte, geneest wat is geschonden, maakt zacht wat hard en bitter is geworden. Bij Maria kun je altijd terecht, bij haar is ontferming en hoef je niets uit te leggen.”
Tot Maria bidden mensen in de bitterste nood, zo schrijft u. Waarom Maria en niet Christus? Bij Hem kunnen we toch ook altijd terecht?
„Dat is een terechte vraag. Vóór de Reformatie heeft Maria in de kerk en in de devotie een belangrijke functie gehad, als moeder van de kerk. Na de Reformatie kwam Maria in de dogmatiek en de theologie terecht. Maar zoals paus Benedictus XVI heeft gezegd: er is geen mariologie zonder christologie. Het gaat uiteindelijk om Christus. Hoewel ik geen sentimentele Mariavereerder ben, bid ik elke dag tot Maria voor hulp en bijstand. Dat zit in mijn traditie en in mijn genen. Maria heeft bij ons ook een functie gekregen als reactie op een soms te strenge godsdienstbeleving. Als die strengheid doorsloeg –en doorslaan is altijd verkeerd– dan kon je bij Maria bij wijze van spreken uithuilen.”
Het Tweede Vaticaans Concilie heeft uitgesproken dat Maria aan de kant van de kerk staat, en niet aan de kant van Christus. Zonder haar ”ja” zou de verlossing onmogelijk zijn geweest. Is dat toch geen aantasting van het unieke offer van Christus?
„Zo voelt het bij ons niet. Christus is de enige Verlosser. Wij vragen wel om voorspraak bij Maria, die dus een voorbidster is, maar uiteindelijk is zij het die tot Christus leidt. Bij rooms-katholieken was Christus vroeger soms een verre Vader, zó verheven opgevat dat je weer een nabije, vertrouwde moeder nodig had. Maria heeft die moederlijke, dichtbije trekken, hoewel ze in de rooms-katholieke traditie soms ook te hoogverheven is voorgesteld. Maar uiteindelijk is er geen tegenstelling tussen Maria en Jezus.”
Toch wordt Maria geen medeverlosseres, vindt paus Franciscus, hoe vurig hij Maria ook vereert.
„Als je deze dingen dogmatisch wil beslechten, wordt Maria vooral een strijdpunt en dat wil ik juist niet. Ik probeer meer de achtergronden bloot te leggen waarom men zich tot Maria richt. Er zijn twee soorten Madonna’s, de ene moederlijk en dicht bij de mens, de ander triomfalistisch. Die laatste kom je vaak in zuidelijke landen tegen, waar Madonna wordt rondgedragen op een baldakijn als een soort hemelgodin. Dan valt de aandacht voor Christus weg. Die kant moeten we niet op. Onder protestantse vrienden zie ik een opvallende openheid om over Maria na te denken. Uiteindelijk betreft het geen wezenlijk strijdpunt tussen protestantisme en rooms-katholicisme. We hebben zoveel samen te delen, vooral met het oog op de secularisering en ontheiliging van de samenleving.”
„Schrift wijst directere weg dan Maria”
Ds. P. D. Teeuw, voorzitter van stichting In de Rechte Straat (IRS), herkent in het boek van dr. Roes een pleidooi voor meer devotie en innerlijkheid in de kerk. „Als hij zegt dat de prediking te horizontaal en rationeel is geworden, ten koste van het verticale en het devotionele, dan deel ik die zorg en dat verlangen.”
Tegelijk verbaast hij zich als protestant dat een vorm van volksdevotie steeds meer in kerkelijke ”mariale” dogma’s is vastgelegd. „Naast dat ik Bijbelse bezwaren heb, vraag ik me oprecht af of de Mariadevotie nu het medicijn moet zijn tegen de horizontalisering van het Evangelie. De Schrift wijst ons een veel directere en eenvoudiger weg naar de Heere. Hij zegt in Jesaja 66:13: „Zoals een moeder troost, zegt de Heere, zo zal Ík u troosten.” Dat is niet Maria, maar de Heere, omwille van Jezus.”