Voorzitter Arib: belagers Plein belemmeren werk Tweede Kamer
Een deel van de demonstranten die geregeld op het Plein voor het gebouw van de Tweede Kamer staan, belemmert het werk van Kamerleden. Dat zegt Kamervoorzitter Khadija Arib. Toch wil ze proberen „ook met die mensen die zo boos zijn het gesprek aan te gaan. Maar dat is niet altijd mogelijk.”
Een deel van de demonstranten die geregeld op het Plein voor het gebouw van de Tweede Kamer staan, belemmert het werk van Kamerleden. Dat zegt Kamervoorzitter Khadija Arib. Toch wil ze proberen „ook met die mensen die zo boos zijn het gesprek aan te gaan. Maar dat is niet altijd mogelijk.”
De taak van Arib als voorzitter in deze onrustige tijd is „best wel ingewikkeld”, zegt de PvdA’er in de talkshow De Vooravond. „Mensen willen perspectief zien, hoop zien. Ze kijken massaal naar debatten in de Tweede Kamer omdat ze hun volksvertegenwoordigers willen zien en willen horen. Alle hoop is een beetje op de politiek gevestigd, dus die druk voel je ook in de Tweede Kamer.”
Tegelijkertijd is het werk van de Tweede Kamer nu extra belangrijk, vindt Arib. Ze vraagt daarom ook aandacht voor mensen die Kamerleden en andere politici belagen tijdens demonstraties. De Kamervoorzitter heeft bijvoorbeeld aangifte gedaan nadat betogers het prominente CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt bleven achtervolgen en uitschelden. De demonstranten hielden hierbij geen afstand.
Ze schreef ook een brandbrief aan burgemeester Jan van Zanen van Den Haag over Kamerleden die zich steeds onveiliger voelen. Parlementariërs verlaten het Kamergebouw zelfs via alternatieve uitgangen omdat de deur aan de zijde van het Plein dicht moest omwille van de veiligheid. Het gaat vooral om mensen die zich tegen de coronamaatregelen verzetten.
„Kamerleden moeten vrij hun werk kunnen doen”, zegt Arib. Ze benadrukt dat Nederland „het meest open parlement ter wereld” kent: „Mensen kunnen naar binnen komen, Kamerleden zijn aanspreekbaar.” Maar de vraag is hoe lang dat nog mogelijk blijft. „Op deze manier wordt ons werk belemmerd”, zegt de Kamervoorzitter over de aanhoudende onrust rond het Binnenhof.