Kerk & religie

Kerkvoogden bijna zeker in cassatie

De hervormde vrijbeheergemeenten gaan vrijwel zeker bij de Hoge Raad in cassatie. M. Muis uit Doornspijk, woordvoerder van de gemeenten, deelt dit desgevraagd mee. Zaterdag had in Lunteren een besloten bijeenkomst plaats voor overleg.

Kerkredactie
25 March 2002 07:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:29

Ruim twee weken geleden stelde het gerechtshof in Den Haag de veertig gemeenten in de kerkvoogdijkwestie opnieuw in het ongelijk. Het hof sprak toen uit dat de Nederlandse Hervormde Kerk bevoegd is „tot het stellen van regels die direct ingrijpen in de (vermogensrechtelijke) huishouding van de gemeenten”. Dat was de vijfde keer dat de gemeenten een negatieve uitspraak te horen kregen.

Zaterdag overlegden de gemeenten wat hen nu te doen staat. De vergadering is, aldus Muis, „heel positief” verlopen. „We waren zeer eensgezind in de afwijzing van het arrest.” Ter plekke heeft een aantal gemeenten al aangegeven door te willen gaan. Andere gemeenten overleggen eerst nog. Eind volgende week moet duidelijk zijn welke gemeenten verder procederen en welke niet.

De hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas heeft de gemeenten inmiddels dringend opgeroepen niet verder te procederen. Hieraan geven zij, zoals het er nu naar uitziet, echter geen gehoor. De gemeenten willen zich op financieel gebied niet onder toezicht van de provinciale kerkvoogdijcommissie stellen. Ook willen de gemeenten vasthouden aan de zelfstandigheid van hun kerkvoogdij, die los van de kerkenraad (bestuur) de financiën van de plaatselijke gemeente beheert. Volgens de kerkorde had echter uiterlijk met ingang van 1996 het college van kerkvoogden voor meer dan de helft uit ouderlingen (met een beheersopdracht) moeten bestaan.

Muis -en dat was zaterdag zijn centrale boodschap- vindt het vooral erg dat het hof alleen marginaal heeft getoetst en niet inhoudelijk. Positief aan de uitspraak vindt hij de opmerking dat er geen enkel geval van misbruik van het vrije beheer bekend is. „Maar centraal is het één grote wanorde”, zet hij daartegenover.

Het argument van het hof dat het uit efficiency-overwegingen goed is het beheer centraal te regelen, vindt hij niet steekhoudend. „Ik kan me helemaal vinden in de argumenten die prof. dr. W. Balke in een ingezonden artikel in het Reformatorisch Dagblad heeft genoemd.”

Dat de hervormde synodepreses ds. A. W. van der Plas steeds naar voren brengt dat de rechter de Hervormde Kerk nu vijf keer in het gelijk heeft gesteld, maakt geen indruk op Muis. „Daar gaat het niet om. Het gaat om de vragen die wij stellen en om het feit dat de kerk haar beloften niet nakomt. Het is voor ons onbegrijpelijk dat het hof, na al de stukken die wij over de situatie in 1951 hebben aangedragen, zegt niet te weten of toen besloten is dat aanpassing vrijwillig zou zijn.”

In ieder geval hechten de gemeenten geen enkele waarde aan beloften die in deze tijd worden gedaan, zegt Muis. „Als ds. Van der Plas belooft dat alle goederen van de gemeente blijven, rekenen we dat op nul. Daar geloven we niet meer in. We zijn zo teleurgesteld.”

Muis begrijpt ook niet waarom de kerk zo bang is voor een inhoudelijke toetsing. „Als ze gelijk hebben, hoeven ze daarvoor niet bang te zijn.”

De gemeenten hebben maximaal drie maanden -dat is tot uiterlijk 7 juni- de tijd om in cassatie te gaan.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer