Dr. Thijs Tromp: Geef als kerk meer aandacht aan diaconale tafel
De kerk openstellen voor de buurt, deelnemen aan een gespreksgroep in een verpleeghuis of omzien naar mensen met een verstandelijke beperking in de wijk. Hoogleraar diaconaat dr. Thijs Tromp ziet volop kansen voor kerken om in de samenleving van betekenis te zijn.
Na zijn studie theologie koos dr. Tromp (50) voor een baan in het onderwijs. Aan wat nu Hogeschool Viaa in Zwolle heet, doceerde hij op diverse zorgopleidingen ethiek en spiritualiteit. In 2002 werd hij stafmedewerker en later directeur van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders. Deze functie combineert hij sinds september 2019 met het parttime bijzonder hoogleraarschap diaconaat aan de Protestantse Theologische Universiteit (PThU), waar hij dr. Herman Noordegraaf opvolgde. Vrijdag heeft –vanwege corona online– in Kampen Tromps inauguratie plaats over ”Kerk in de marge. Het diaconaat als inclusieve praktijk”.
De PThU ziet u als een „krachtig boegbeeld” om actuele diaconale vragen op de agenda te zetten. Om welke vragen gaat het vooral?
„Tal van vragen vechten om voorrang. Wat mij tijdens bezoeken aan diaconieën en diaconale organisaties opvalt, is hun zorg om en voor vluchtelingen. Daar is veel aandacht voor, en men zoekt naar hoe men invloed kan uitoefenen op het politieke debat. De vraag is hoe gastvrij we zijn als land. Het baart diaconaal werkers zorgen als ze kijken naar de manier waarop in de politiek gesproken wordt over bijvoorbeeld het ophalen van honderd vluchtelingen uit kamp Moria op Lesbos, mits het aantal dat we van elders zouden opvangen met honderd omlaag gaat. Dan doet ook mijn diaconale hart pijn.
Denk ook aan mensen zonder verblijfsdocumenten. Het gaat in ons land om duizenden personen zonder veel bestaanszekerheid. Diaconale organisaties proberen hen te steunen. In de politiek wordt het gesprek daarover nauwelijks gevoerd. Zo zijn er meer problemen die structureel aanwezig zijn, zoals mensen die afhankelijk zijn van voedselbanken. Het is goed dat diaconale organisaties zich in de marge van de samenleving begeven en de schrijnende situaties die ze tegenkomen onder de aandacht van de politiek brengen.”
In hoeverre speelt de coronacrisis een rol bij actuele problemen?
„Samen met mijn PThU-collega Erica Meijers en een aantal diaconale organisaties heb ik daar vanaf juli onderzoek naar gedaan. Daaruit blijkt dat de coronacrisis niet zozeer nieuwe problemen veroorzaakt, maar bestaande problemen onthult en op scherp stelt, zoals sociale kwetsbaarheid in de vorm van eenzaamheid. Veel organisaties vrezen dat er straks een toename komt van problemen door schulden bij mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt of hun bedrijf failliet zagen aan. Op dit moment speelt dat nog niet heel sterk.”
Uw onderzoek richt zich de komende vijf jaar op de rol die het diaconaat kan vervullen om sociale uitsluiting terug te dringen. Waarom dat thema?
„Het terugdringen van sociale uitsluiting vind ik in onze tijd een belangrijke diaconale spits. Dat heeft te maken met het huidige neoliberale model van samenleven dat eenzijdig uitgaat van mensen die hun eigen zaakjes kunnen regelen en over goede netwerken beschikken. Ik zie een groeiende groep voor wie dat niet geldt, onder wie mensen met een verstandelijke beperking of een psychiatrische achtergrond. Zij missen de competenties om als zelfstandig burger volwaardig mee te doen in de samenleving en dat leidt gemakkelijk tot stigmatisering.”
Wat kunnen kerken voor hen betekenen?
„Dat is een van de zaken die ik wil onderzoeken. Ik denk bijvoorbeeld dat we op het gebied van gastvrijheid nog een slag kunnen maken. In veel kerken staat de liturgische tafel –de eredienst– behoorlijk centraal. Het lijkt er soms op of kerken vooral bestaan rondom de kerkdiensten. Als die in deze coronatijd onder druk staan, wordt ervoor gevochten om die linksom of rechtsom in stand te houden. Maar kerk-zijn is breder.
Ik zou naast de liturgische tafel meer aandacht willen voor de diaconale tafel, de tafel waar met elkaar gegeten wordt of koffiegedronken, waar mensen hun verhaal kwijt kunnen. Ik benadruk graag dat het ontmoeten van de ander heel leuk kan zijn, of beter nog: zinvol. Het verrijkt je leven als je met mensen in contact komt die misschien een beetje anders zijn dan jij. En wellicht ontstaat er op den duur wel een interactie tussen de diaconale en de liturgische tafel, al is dat niet mijn belangrijkste streven. Ik droom van een kerk waar het goed toeven is voor iedereen.”
Welke stap zou een kerk daartoe als eerste kunnen zetten?
„Kijk eens in je omgeving waar behoefte aan is en waar je van dienst kunt zijn. Vaak zijn er in wijken of buurten al initiatieven waar je van kunt leren. Je hoeft niet meteen iets nieuws neer te zetten. Misschien kun je aansluiten bij wat er is, bijvoorbeeld een gespreksgroep in een verpleeghuis. Of bel eens aan bij een huis in de wijk waar mensen met een verstandelijke beperking wonen en vraag of er behoefte is aan contact. Veel mensen die vanuit instellingen in de bossen in een woonwijk terechtgekomen zijn, hebben dat nog weinig en leven daardoor nog steeds in hun eigen bubbel. Daar liggen kansen voor de kerk.”