’Werkreis naar het buitenland is carrièreplanning’
„Serieuze carrièreplanning." Zo zien veel jongeren een werkvakantie in het buitenland. Vrijwilligerswerk in Afrika of een stage in Australië, het staat allemaal prima op je cv.
„Zo’n tien jaar geleden boekten jongeren gewoon een ticket en vertrokken. Tegenwoordig wordt er heel duidelijk gekeken naar de toegevoegde waarde van een periode in een ver land", zegt directeur Mark Maasdam van Travel Active, een bureau dat zich bezighoudt met uitwisselingsprogramma’s in het buitenland.
Maasdam vermoedt dat het ook te maken heeft met de mindere economische tijden waar Nederland mee te maken had. „Het is lastiger om aan een baan te komen en bij een sollicitatiegesprek moet je je echt weten te onderscheiden van de andere kandidaten. Stage of (vrijwilligers)werk in het buitenland geeft net dat beetje extra." Dit jaar heeft Travel Active ongeveer 1800 jongeren tussen de 18 en 30 jaar aan een werkvakantie geholpen. De meesten gaan naar Australië of Nieuw–Zeeland.
Bestemmingen als Afrika en Latijns–Amerika zijn populairder voorvrijwilligerswerk. Dit jaar werken en werkten 250 mensen als vrijwilliger in het buitenland vanuit Travel Active, vorig jaar waren dat er 140. De werkzaamheden in de landen lopen uiteen van de bevolking leren lezen en schrijven in Senegal tot mensen met geld leren omgaan in bijvoorbeeld Nigeria.
Volgens Maasdam van Travel Active zijn het vooral mensen die tussen twee banen in zitten, die dit soort vrijwilligersreizen maken. „Na bijvoorbeeld een reorganisatie zijn ze hun baan kwijtgeraakt. Omdat nieuw werk niet voor het oprapen ligt, vertrekken ze naar het buitenland voor een bepaalde periode."
Habitat for Humanity signaleert ook een toename van het aantal vrijwilligers voor ontwikkelingswerk. „Vorig jaar deden tweehonderd mensen mee met onze projecten, dit jaar worden dat er vermoedelijk driehonderd", aldus directeur Paul Koets van Habitat Nederland. De organisatie heeft wereldwijd vestigingen en regelt voor particulieren en bedrijven trips naar ontwikkelingslanden als Ghana, India en Guatemala om daar ontwikkelingswerk te verrichten. Dit jaar regelt de organisatie twintig reizen, volgend jaar worden dat er waarschijnlijk al dertig.
„Een toegenomen maatschappelijk bewustzijn", signaleert directeur Paul Koets. Volgens hem is de houding van de donateur veranderd. „Mensen geven niet zomaar geld aan een organisatie, ze willen weten wat ermee gebeurt en liever nog: ze brengen de hulp en het geld zelf wel."
De mensen die vrijwilligerswerk doen, zijn over het algemeen ouder dan degenen die een werkreis naar bijvoorbeeld Australië boeken. „Jongeren die net klaar zijn met de middelbare school, gaan vaak rondreizen voordat ze met de studie beginnen. Mensen die afgestudeerd zijn of al een tijdje werken, maken het meest gebruik van de vrijwilligersprojecten", aldus Maasdam. Volgens Koets zijn de mensen die met Habitat meegaan „tussen de dertig en vijftig jaar".