Bigley door ontvoerders vermoord
De Brit Kenneth Bigley is door zijn gijzelnemers in Irak om het leven gebracht. Op een video-opname is te zien hoe de 62-jarige Brit wordt onthoofd. Zijn familie in Liverpool heeft vrijdag gezegd er nu „absoluut bewijs” van te hebben dat hij is gedood.
Op de video las Bigley een verklaring voor met zes gemaskerde personen achter hem. Nadat hij was uitgesproken, sneed een van hen zijn keel af. Bigley was gestoken in een oranje overall, net zo een als de gevangenen op de Amerikaanse basis Guantanamo Bay op Cuba dragen.
De Britse minister van Buitenlandse Zaken, Jack Straw, gaf vrijdag toe dat de regering contact had met de ontvoerders van Bigley, voordat ze hem ombrachten. Straw zei dat de regering al het mogelijke heeft gedaan om de vrijlating van Bigley te bewerkstelligen.
Hij zei verder dat het uitwisselen van informatie met de gijzelnemers verliep via een persoon die zich vier dagen geleden bij de Britse ambassade in Bagdad had gemeld. De man presenteerde zich als een mogelijke bemiddelaar tussen de gijzelnemers en de Britse regering, aldus Straw.
De minister liet weten dat de ontvoerders bleven vasthouden aan hun eis dat alle vrouwelijke gevangenen in Irak moeten vrijkomen. „Ook al waren ze er volledig van op de hoogte dat wij geen vrouwelijke gevangenen in hechtenis houden”, stelde Straw. „Niets kan deze moord rechtvaardigen. Het is een vreselijke misdaad.”
Premier Blair sprak zijn „absolute walging” uit over de onthoofding van Bigley. Hij zei dat degenen die hun toevlucht nemen tot gijzeling wereldwijd niet mogen winnen. „Ik voel absolute walging voor de mensen die dit hebben gedaan. Niet alleen door de barbaarse aard van de moord, maar ook door de manier waarop zij de afgelopen weken met de situatie hebben gespeeld”, zei Blair tegen de pers.
Blair verklaarde zich vorige week bereid tot overleg met de personen die Bigley in Irak hadden ontvoerd. Regeringsfunctionarissen stelden dat het uitgesloten was dat de regering-Blair het met de gijzelnemers op een akkoordje zou gooien.
Paul Bigley, de broer van Kenneth, zei vrijdag dat Blair „bloed aan zijn handen” heeft. Hij deed de uitspraak in een verklaring voor tegenstanders van de Irak-oorlog, nadat hij het nieuws over zijn broers dood had vernomen.
De tv-zender Abu Dhabi Television meldde op basis van „welingelichte” bronnen de dood van Bigley als eerste. Iraakse opstandelingen in Fallujah zouden hebben gemeld dat hij donderdagavond is onthoofd in de stad Latifiya, in de buurt van Bagdad. In Fallujah houden veel strijders van de groepering Tawhid wa al-Jihad van Musab al-Zarqawi zich schuil.
Bigley werd op 16 september ontvoerd door de groep van de Jordaanse terrorist Al-Zarqawi, samen met twee Amerikanen. Vorige week liet de Arabische nieuwszender Al-Jazeera beelden van Bigley zien, die ineengedoken in een kooi zat en de Britse regering smeekte zich in te spannen om hem vrij te krijgen.
De ontvoerders wilden dat alle vrouwelijke gevangenen in Irak worden vrijgelaten. Om hun eisen kracht bij te zetten hadden ze de twee Amerikaanse gijzelaars al vermoord.
De moeder van Bigley en zijn Thaise vrouw hebben emotionele oproepen aan de gijzelnemers gedaan om hem vrij te laten. De Libische leider Gaddafi riep de ontvoerders woensdag nog op Bigley te sparen.
voetnoot (u17(Zie ook pag. 7: ”VS bombarderen Iraakse bruiloft”.