Werken aan beweging van veelkleurige kerken
Een internationale beweging van veelkleurige gemeenten met mensen uit allerlei culturen. Daar droomt Theo Visser van. Met nieuwe initiatieven wil de pionier en kerkplanter dat ideaal dichterbij brengen.
Sinds 2017 richt Visser zich op een Europees netwerk van interculturele kerken: Intercultural Church Plants Europe (ICP EU). En die interculturele kerken, daar gaat het de Rotterdammer om. Mensen met een verschillende culturele en etnische achtergrond wil hij samenbrengen in „veelkleurige” gemeenten. „God staat eenheid in veelkleurigheid voor ogen. God zet alle mensen als verloren zondaren op hetzelfde niveau, en in Christus biedt Hij herstel voor allen op basis van Zijn volbrachte werk. Veelkleurigheid is de implicatie van het Evangelie. Binnen de kerk ben je zo met elkaar verbonden als een familie.”
Smeltkroes
In Rotterdam deed Visser ervaring op met het werken in een smeltkroes van culturen. Daar richtte hij in 2000 een ICF-gemeente op, uitgaande van de Christelijke Gereformeerde Kerken. In 2005 volgde de oprichting van een landelijk netwerk voor interculturele kerken: Intercultural Church Plants (ICP). Wat hij de afgelopen twintig jaar in Nederland heeft geleerd, wil hij nu „delen in Europa.” Doel is om netwerken op te zetten in onder meer Frankrijk, Spanje en Zweden.
Sinds juni is er een Italiaans netwerk van interculturele gemeenten in oprichting, ten noorden van Venetië. Er wonen daar veel immigranten uit onder meer Afrikaanse landen, Syrië en Iran. Visser begeleidt een kerkplanter uit de VS, Rob Krause, die al twintig jaar in Italië onder migranten werkt. „We kennen de context van andere landen niet goed. Daarom zoeken we kerkplanters in Europa die we vervolgens coachen.” Met de ervaring die Visser opdeed in Nederland helpt hij Krause een netwerk op te bouwen en de financiering rond te krijgen. „De Italianen staan vaak niet open voor het Evangelie. Zij zien het protestantisme als een sekte. Migranten zijn gemakkelijker te bereiken. Zij hebben vaak meer een geestelijke antenne dan Europeanen.
Tegelijk wil Visser zelf ook direct betrokken blijven op kerkplanting. Via LEEF! Netwerk, een kerkplantingsinitiatief in Rotterdam, blijft hij op lokaal niveau bouwen aan het ideaal van interculturele kerken. „Ik wil met de voeten in de modder staan. Wat ik leer via het Europese netwerk kan ik hier in praktijk brengen en vervolgens verder verspreiden in Europa.” Tegen welke problemen loopt Visser bij deze kerkplantprojecten op? „Het is lastig om christenen te vinden die het volhouden om mee te bouwen aan een interculturele kerk. In de beginfase liggen dingen niet vast, de opbouw kost daarom veel energie. Voor je het weet, worden mensen moe. Mensen in Nederland zijn gericht op het ontvangen, en minder op het dienen. Het consumentisme is een groot probleem voor de kerk in de Nederland.”
De interculturele gemeenten gaan op hun beurt ook weer kerkplanters uitzenden. „Hoe mooi is het als de ene kerk weer een andere kerk plant. Zo vermenigvuldigt de kerk zich.”
De pionier ziet hier ook een taak voor de reformatorische kerken. „Jonge christenen hebben onderwijs nodig. Leden van reformatorische kerken hebben veel kennis van de Bijbel en een gezonde theologie. Laten zij dat goud ook ter beschikking stellen door jonge christenen te onderwijzen in discipelschap.”
Kleine groep
Een manier waarop dat kan, is door te werken met missiegroepen, ook een nieuw initiatief van Visser. De pionier merkt dat de stap van een introductiecursus naar een kerkdienst voor buitenstaanders vaak te groot is. Via missiegroepen.nl wil hij kerken toerusten om het Evangelie in kleine groepen door te geven. „Cursisten missen bij gewone diensten vaak de ontmoeting. In een vervolgcursus lezen zij samen met christenen de Bijbel en onderzoeken zij de toepassing ervan in hun eigen leven.”
Gaat de focus op groei niet ten koste van de diepte van het Evangelie? „Het is van blijvend belang om deze diepte en verootmoediging aan de orde te stellen. Missionair-zijn wordt een holle frase als het niet voortkomt uit het leven in Gods tegenwoordigheid en het werk van Gods Geest. Andersom is ook waar: je geloof groeit pas als je het omzet in daden.”