Column (Christine Stam-van Gent): De kunst van het dragen
Het leven is een vat vol moeiten. Maar er zijn moeiten die opgelost kunnen worden, en moeiten die gedragen moeten worden. Voor een pastoraal werker is het van cruciaal belang die twee van elkaar te leren onderscheiden. Om dit te oefenen werd onze klas verdeeld in oplossers en dragers. De rest bestond uit pastoranten, die met een (echt) probleem beurtelings langs een oplosser en een drager gingen.
Zo kwam ik tegenover David te zitten. David, die zich enthousiast had aangemeld als oplosser en toen pardoes op de stoel van drager werd gezet. Ik legde David een van mijn altijd voorradige problemen voor. Achter zijn voorhoofd gistten en borrelden de oplossingen, maar ze mochten er niet uit. David droeg het manmoedig. Hij droeg en droeg, wisselde belangstellende vragen af met invoelende opmerkingen, net zolang tot we elk schimmig hoekje en duister paadje van mijn probleem verkend hadden.
Het was fijn. Zo fijn dat ik David vroeg of hij toch niet een kleine tip voor me had. En daar knalde de kurk uit de fles, daar brak alsnog een oplossing met explosieve kracht naar buiten. Wat ons beiden verraste: het was geen ongeleid projectiel. Davids advies nam ik dankbaar mee naar huis.
Ik denk niet dat ik deze ‘oplossing’ zomaar had aanvaard als David niet eerst dat lange stuk met mij opgelopen was en zijn uiterste bereidheid om te dragen had getoond. In het samen dragen, het samen zoeken naar woorden, lag het geheim.
Niet altijd komt na regen zonneschijn. Niet iedereen ontvangt een genezingswonder. Of soms wel, om daarna opnieuw ziek te worden. Verloren ledematen keren nooit meer terug. Wat gebroken is groeit soms scheef weer aan, letterlijk en figuurlijk. De wonden van het leven te accepteren kan al heel genezend zijn, weten we intussen. Denk aan de populaire psychiater Dirk de Wachter, met zijn boek ”De kunst van het ongelukkig zijn”. De Wachter is het lezen absoluut waard, maar ik mis de verticale dimensie. Ik mis Iemand Die de hemel kan scheuren, Die kan afdalen in dat ongelukkig zijn van ons. Iemand Die Zijn ongekende gang gaat, vol donkere majesteit, maar uit grondeloze diepten licht weet te putten, en vreugde uit pijn. (William Cowper). Een bittere beker komt ons toe uit „Zijn goede, zijn geliefde hand” (Dietrich Bonhoeffer).
Het verrast mij altijd weer hoe ontvankelijk je wordt voor oude bekende woorden, hoe je erop terugvalt als andere hulp m’ ontbreekt, ’t geluk m’ ontvliedt. De dichters dragen je, helpen je de juiste woorden te vinden. Waardoor hun oplossing nooit goedkoop is, maar kracht geeft om „kloekmoedig voorwaarts” te gaan (Gezelle). Het leven is de kruisbanier tot in Gods handen dragen.