De verkleinde WCT moet een kade krijgen van 2 kilometer, in plaats van de oorspronkelijke 2,6 kilometer.

De komende tien maanden moet een maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) duidelijkheid geven over de opbrengst van de terminal. Daarnaast wordt een milieueffectrapportage (MER) uitgevoerd naar de gevolgen die de komst van de terminal heeft voor de omgeving. Rond de zomer van 2005 kan dan een definitief besluit worden genomen over de komst van de terminal.

De oorspronkelijke plannen voor de WCT werden vorig jaar juli verworpen door de Raad van State. Zeeland wilde in het havengebied Vlissingen-Oost een overslagterminal voor containers realiseren met een kade van 2,6 kilometer lang en 500 meter breed. Daarvoor was aanpassing van het streekplan nodig. Dat bood de mogelijkheid om te bouwen op strand De Kaloot. Volgens de staatsraad was echter onvoldoende aangetoond waarom het strand zou moeten wijken voor industrie. Ook was niet bewezen dat de WCT alleen ter hoogte van De Kaloot zou kunnen worden aangelegd en toonde de provincie niet aan dat de WCT onmisbaar was voor behoud van werkgelegenheid in Zeeland.

Met name oppositiepartijen GroenLinks, ChristenUnie, D66, Zeeuws Belang en de SP toonden zich donderdag vooral bezorgd over de financiële haalbaarheid van een verkleinde WCT. Bovendien is het mogelijk verloren gaan van het strandje De Kaloot bij het industrieterrein Vlissingen-Oost een heet hangijzer voor veel partijen. Ook is nog niet duidelijk wat de gevolgen zijn voor het achterland. Zo dreigen zware goederentreinen overlast te gaan opleveren voor inwoners van onder meer Goes en Kapelle.

Collegepartijen CDA, VVD, PvdA en SGP steunen het college. Gedeputeerde H. van Waveren gaf aan dat het college alles zal doen om de overlast van de terminal zo beperkt mogelijk te houden. De overlast van railvervoer moet onder meer worden tegengegaan door de inzet van binnenvaartschepen. „Achter de WCT komt straks de grootste binnenvaarthaven van Noordwest-Europa. Onder meer door scherpe tarieven te hanteren kunnen we die aantrekkelijk maken voor vervoerders.”

Gedeputeerde G. L. de Kok zegde de staten toe om te proberen meer inzicht te geven in de financiële risico’s die de provincie loopt. Dat ligt gecompliceerd, omdat de provincie niet de eigenaar is van de terminal. Dat wordt het havenbedrijf, dat over het gebruik een overeenkomst heeft gesloten met beoogd exploitant Hessenatie-Noord. Dat Antwerpse bedrijf wil de terminal voor vijftig jaar huren van de Exploitatiemaatschappij Schelde-Maas (ESM), het samenwerkingsverband tussen het Zeeuwse havenbedrijf en dat van Rotterdam.

De overeenkomst met Hessenatie is geheim, omdat het gevoelige economische informatie bevat. Hessenatie en ESM hebben er uit concurrentieoverwegingen geen behoefte aan dat andere overslagbedrijven of havens de inhoud ervan kennen. De staten kunnen daarom pas inzicht krijgen in de financiële gegevens nadat het contract is herzien. Die herziening is nodig omdat de WCT later wordt aangelegd en kleiner uitvalt.