Kerk & religie

Hoop

22 March 2002 20:36Gewijzigd op 13 November 2020 23:29

Het lijdt geen twijfel of onder de „kinderen” wordt hier verstaan: de Joden. Zij worden hier wegens het verbond met Abraham, bekeerd of onbekeerd, kinderen genoemd De hondekens zijn het zinnebeeld van de heidenen. De Joden waren namelijk gewoon de heidenen zo aan te duiden, want de heidenen werden als honden door de Joden zeer veracht. De Heiland zegt dat het niet betamelijk is het brood, dat wil zeggen al de gaven van het genadeverbond, de kinderen (Joden) te ontnemen eer zij genoeg hebben en het de hondekens (heidenen) voor te werpen. Welnu, zo wil de Heiland zeggen, zou het niet onbetamelijk zijn dat men de Joden hun voorrechten zou ontnemen en dat men die aan een heidin moest geven? Voor de tweede keer toont de Heiland hier dat haar verzoek onbillijk is.O, die woorden van Jezus zijn haar geweest als priemen door haar ziel. Al haar bidden en smeken en worstelen tevergeefs. Hoe zal zij zich gevoeld hebben? Zo’n grote hoop op Jezus gehad te hebben en nu alles weg. Zij zou de eerste en de enige geweest zijn die door Jezus ongetroost is weggezonden. Maar nu haar droefheid de wanhoop nabij is, is ook de redding nabij. O, wat zijn de wegen die God houdt met Zijn kinderen dikwijls wonderlijk en aanbiddelijk. Hoe hopeloos lijkt het voor de vrouw, doch ondertussen brandt het hart van Jezus in liefde tot haar.

Gerardus van Aalst, predikant te Westzaandam (Geestelijke mengelstoffen, 1758)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer