Van een wezenlijk gesprek tussen Trump en Biden was geen sprake
Terwijl aan de overkant van de plas president Donald Trump en zijn rivaal Joe Biden elkaar ongenadig in de haren vlogen en één van de grootste democratieën ter wereld daarmee een verfomfaaid visitekaartje afgaf, bereikten zeer uiteenlopende partijen in België een akkoord. Het gaf enige hoop dat praten toch zin kan hebben.
Nu gaat het te ver om België als schoolvoorbeeld te presenteren van een geoliede democratische samenleving. De formatie duurde er bijna 500 dagen, wat dan wel minder is dan de 541 dagen van 2010-2011, maar toch nog altijd een indrukwekkend aantal. De grootste winnaar van de verkiezingen in Vlaanderen, de Vlaams-nationalistische N-VA, staat in de voorziene coalitie bovendien buitenspel. Critici wijzen erop dat de formatie vooral is opgehouden door onderlinge rivaliteit, partijbelangen en niet zozeer door ideologische strijd.
Het is vast en zeker waar, hoewel er wel degelijk ook principiële zaken op tafel lagen. Eerdere besprekingen liepen bijvoorbeeld vast op verdere verruiming van de abortuswetgeving, een kwestie die de Vlaamse christendemocraten als breekpunt formuleerden. Met horten en stoten ligt er uiteindelijk echter een akkoord van partijen met zeer uiteenlopende standpunten. Socialisten, liberalen, groenen en christendemocraten vormen, als de partijleden er woensdagavond mee instemmen, de nieuwe federale regering van onze zuiderburen. Uiteindelijk was aan alle kanten duidelijk dat het landsbelang vraagt over eigen schaduwen heen te stappen en er samen uit te komen.
Dat de partijen in de Verenigde Staten nog lang niet zo ver zijn, bleek overduidelijk uit het verkiezingsdebat van vannacht. Niemand verwacht van kandidaten dat ze in verkiezingstijd al naar compromissen gaan zoeken: het is logisch dat standpunten rond worden neergezet. Maar van een wezenlijk gesprek tussen Trump en Biden was in de verste verte geen sprake. De eerste confrontatie tussen beiden was een ronduit beschamende vertoning, met name door het optreden van de zittende president. De oogst ervan is dat de toch al grote partijpolitieke verdeeldheid in de Verenigde Staten verder is verdiept. Het wordt daarmee nog moeilijker om elkaar na de verkiezingen in het landsbelang op cruciale punten te vinden.
Voor de internationale status van de Verenigde Staten is het beeld ook niet behulpzaam. Als de „politieman van de wereld” een dergelijk visitekaartje afgeeft, zal het respect voor democratische waarden en normen in landen als China niet bepaald toenemen. Minderheidsgroepen in dergelijke landen, waaronder christenen, zouden daar intussen wel mee gediend zijn.
De weg naar het akkoord in België was weinig verheffend, maar liet tenminste zien dat grote verdeeldheid overwonnen kan worden met een beetje goede wil. Het zal in Amerika nauwelijks aandacht krijgen, maar zou het in de huidige toestand wel verdienen.