De wanklanken van Bayreuth
De openluchttentoonstelling ”Versmoorde stemmen” in de Beierse stad Bayreuth toont helder aan hoe vanaf 1933 Joodse muzikanten werden geweerd uit de wereld van de operamuziek.
Bayreuth wordt wel Wagner City genoemd omdat de bekende componist Richard Wagner (1813-1883) de stad opstuwde naar ongekende muzikale hoogtepunten. Daarbij kreeg hij financiële ruggensteun van koning Ludwig II, zodat in augustus 1876 het eerste Bayreuth Festival kon worden georganiseerd in het operagebouw op de Groene Heuvel dat speciaal daarvoor werd gebouwd. Met op het programma zijn Ring des Nibelungen, die hij in dat jaar voor eerst als cyclus uitvoerde. Het zette de trend voor een muziek- en theaterfestival dat ieder jaar in Bayreuth plaatsvindt, meestal van 25 juli tot 28 augustus.
Maar diezelfde Wagner was de man van het pamflet ”Het Jodendom in de muziek” (1850), waarin hij aangaf dat Joden povere tweederangskunstenaars waren die op geen enkele wijze ook maar in de schaduw konden staan van de edele en hoogstaande Duitse kunst. De Joodse dirigent Hermann Levi werd door Wagner nog wel getolereerd, maar in het geheel beschouwde hij het Joodse ras als een gevaar voor de Duitse natie. Daarmee legde Wagner in elk geval enkele stenen voor het fundament waarop veel later Hitler zijn ideologische rassenleer zou bouwen.
Propaganda
Wagners vrouw Cosima (een dochter van Franz Liszt, 1837-1930) gaf na de dood van haar man een politieke lading aan het Wagnertestament. Zij en haar familie zuiverden vanaf 1933 het Bayreuther Wagneroperahuis van alle Joodse muzikanten en liet toe hoe het jaarlijkse festival werd ingezet voor nationale antisemitische propaganda van het Derde Rijk. Op foto’s van de openluchttentoonstelling ”Versmoorde stemmen” is te zien dat Hitler en hoge nazi’s al in het begin van de jaren dertig van de vorige eeuw graag geziene gasten waren op de Bayreuther Festspiele. Volgens Cosima Wagner dreigde het Duitse volk door de Joden vernietigd te worden – Bayreuth gold voor haar als de stad van bewustwording van het Joodse gevaar.
De bronzen bustes van Richard en Cosima Wagner prijken pontificaal voor het operahuis op de Groene Heuvel, omdat hun inbreng in de muzikale ontwikkeling van de opera nog altijd hoog staat aangeschreven. Maar loop je de trap af naar het park en neem je kennis van ”Versmoorde stemmen”, dan komen de Wagners in een ander daglicht te staan. Pakweg veertig grijze panelen in het park voor het Richard Wagner Festspielhaus geven aan hoe diep de Wagners bogen voor het nationaalsocialisme.
Biografieën
Het zijn allemaal zwart-witfoto’s met teksten in het Duits en, korter, in het Engels. Met biografieën van muzikanten wier muziek tot zwijgen werd gebracht. Ze namen ooit deel aan het Bayreuthfestival en werden verbannen vanwege hun Joodse afkomst. Of omdat ze met een Joodse vrouw of man waren getrouwd. Zeker twaalf muzikanten van het Bayreuther Festivalorkest werden getransporteerd naar getto’s, vermoord in concentratie- en vernietigingskampen. Anderen overleefden de gruwelen doordat ze tijdig konden uitwijken naar veilige havens in Engeland, Amerika, Mexico en zelfs Uruguay.
De tentoonstelling documenteert duidelijk dat festivaldirigenten en leden van de familie Wagner –zoals Wagners schoondochter Winifred, die het festival tot 1944 leidde– vanaf jonge leeftijd sympathiseerden met nationaalsocialistische ideeën: een bijna ononderbroken traditie die zich uitstrekt van de anti-Joodse wrok van Richard Wagner tot de uitroeiing van Joden in de concentratiekampen van Hitler, die hier in Bayreuth om de hoek liggen: Flossenbürg, Dachau en meer.
Nederlandse musici
Twee panelen zijn er gewijd aan Nederlandse musici: Hendrik Prins en Louis Schuyer. Hendrik Prins volgde vioolles in Den Haag en speelde als violist op het Bayreuth Festival in 1909. In plaatsen als Chemnitz en Hannover was hij concertmeester. In 1933 werd hij gedwongen met pensioen te gaan en uiteindelijk werd hij in 1935 ontslagen. Omdat hij zich geen Jood maar een Duitser voelde, verliet hij Duitsland niet. Hij werd naar Auschwitz gedeporteerd en daar ver- moord.
Schuyer trad in 1927 als cellist in dienst bij het Bayreuther Festivalorkest. Omdat hij Jood was, werd zijn contract in 1933 niet verlengd. Hij keerde terug naar Nederland, waar hij werd opgepakt. Schuyer en zijn vrouw Evaline werden gedeporteerd en in 1943 in Sobibor vermoord.
”Verstummte Stimmen – Die Bayreuther Festspiele und die Juden 1876 bis 1945” informeert onverbloemd over antisemitisme en rassendiscriminatie – en is bezien in het licht van Black Lives Matter en 75 jaar herdenking van de vrijheid actueler dan ooit. Te zien dus in Bayreuth, een middelgrote plaats aan de grenzen van Beieren. Deze stad is beroemd vanwege marktgraaf Siegfried en prinses Wilhelmine, het paar onder wie de stad medio achttiende eeuw een culturele bloei beleefde. Dat is vooral waar te nemen in hun residentie het Neues Schloss, dat zelfs een galerie herbergt van relatief onbekende Hollandse meesters zoals Rachel Ruysch en Herman van der Mijn.
Synagoge
Het pronkstuk van Bayreuth is het (oude) operahuis dat in 1748 werd voltooid en dat nu tot het werelderfgoed van Unesco behoort. Het is veelzeggend dat de fraai gerestaureerde synagoge uit 1760 zich pal naast dit illustere operahuis bevindt, waaraan het zelfs vastgemetseld is. In de Kristallnacht van 9 op 10 november 1938 werd deze synagoge dan wel vernield, maar dankzij de nabijheid van het operahuis niet in brand gestoken.