GB blij met duidelijkheid over belijdenisvragen
De Gereformeerde Bond is blij dat duidelijk is geworden dat belijdeniscatechisanten in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) de mogelijkheid hebben bij het doen van geloofsbelijdenis hun jawoord te geven in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen, waarmee gedoeld wordt op de drie oudchristelijke en de drie gereformeerde belijdenisgeschriften. Dit geldt echter alleen voor die hervormde gemeenten en gereformeerde kerken binnen de PKN die de verklaring hebben ondertekend waarin zij uitspreken zich gebonden te weten aan het gereformeerd belijden.
Dit blijkt uit de verantwoording bij een deeluitgave van het ”Dienstboek”, Deel II, van de Protestantse Kerk in Nederland. Daarin staat onder andere een hertaling van de liturgische formulieren uit de gereformeerde traditie. De Waarheidsvriend, het wekelijks orgaan van de Gereformeerde Bond, maakt vandaag melding van de verschijning van deze deeluitgave.
In oktober 2000 verstuurde het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond een proeve van een hertaling van de klassieke liturgische formulieren naar hervormd-gereformeerde kerkenraden. Zowel kerkenraden als individuele gemeenteleden konden in de vijftien maanden daarna hun commentaar geven. In de jaren daarna is het commentaar gewogen, waarna nu de tekst definitief is vastgesteld. De hertaalde liturgische formulieren worden opgenomen in het ”Dienstboek” van de Protestantse Kerk. Dit dienstboek wordt in alle gemeenten van de PKN gebruikt.
Volgens het artikel in de Waarheidsvriend zijn er, sinds de Nederlandse Hervormde Kerk op 1 mei is opgegaan in de PKN, nogal wat „opmerkingen” gemaakt over de belijdenisvragen. En dan in het bijzonder over de zinsnede: „in dankbare gehoorzaamheid aan de Heilige Schrift en in gemeenschap met de belijdenis van de vaderen.” Sinds het ontstaan van de Protestantse Kerk leeft onder met name hervormd-gereformeerden de vraag welke belijdenisgeschriften in deze formulering nu worden bedoeld. Naast de bekende gereformeerde belijdenisgeschriften noemt de Protestantse Kerk in haar grondslagartikel namelijk ook twee lutherse belijdenisgeschriften: de onveranderde Augsburgse Confessie en de Catechismus van Luther. In de verantwoording bij de nu uitgegeven hertaalde liturgische formulieren, opgesteld door de Redactie Dienstboek van de Protestantse Kerk, staat: „Wanneer door de kerkenraad van een hervormde gemeente de -door de kerk aanvaarde- verklaring is ondertekend dat men zich gebonden weet aan de gereformeerde belijdenis, dan heeft de aanduiding ”belijdenis van de vaderen” -behalve de belijdenisgeschriften waardoor de kerk zich verbonden weet met de algemene christelijke kerk- betrekking op de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie.” Met deze geschriften worden bedoeld de Apostolische Geloofsbelijdenis, de Geloofsbelijdenis van Nicéa, de Geloofsbelijdenis van Athanasius, de Heidelbergse Catechismus, de Catechismus van Genève en de Nederlandse Geloofsbelijdenis met de Dordtse Leerregels.
Drs. P. J. Vergunst, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, zegt blij te zijn met deze „duidelijke” formulering. „Na de vaststelling van de tekst van de hertaling is diverse keren met de Redactie Dienstboek gesproken over de belijdenisvragen, met name de derde, en over de betekenis van de woorden ”de belijdenis van de vaderen”, genoemd in de aanloop naar de drie vragen”, aldus Vergunst. „Dit voorjaar al was hier enige onhelderheid en daarom ook onrust over bij kerkenraden. Daarom zijn wij heel gelukkig met de uitkomst, namelijk dat ook hier nadrukkelijk verwoord is dat waar kerkenraden uitspreken zich in hun gemeentelijk leven gebonden te weten aan Gods Woord en de gereformeerde belijdenis, de formulering dat belijdenis gedaan wordt ”in gemeenschap met de belijdenis der vaderen”, betekent dat hierbij de drie oudchristelijke en de drie gereformeerde belijdenissen gelden.”
Vergunst verwijst hierbij naar de synodevergadering van 12 december 2003, waar de laatste hervormde synode uitsprak dat hervormde gemeenten en gereformeerde kerken zich gebonden mogen weten aan de gereformeerde belijdenisgeschriften. „De nu gekozen formulering is een bewijs dat wat besloten is, in de praktijk vorm krijgt. Het is goed dat aan het begin van het nieuwe catecheseseizoen hierover geen misverstand meer hoeft te bestaan.”
Volgens de algemeen secretaris staat de definitieve tekst van de hertaalde formulieren dichter bij de oorspronkelijke tekst dan de proeve die de afgelopen jaren in veel gemeenten is gebruikt. „De tendens van de reacties was dat de proeve zich op een aantal onderdelen te ver van het origineel verwijderd had. Juist omdat naar de stem van het grondvlak geluisterd is en de werkgroep zelf ook vond dat het een hertaling van de klassieke liturgische formulieren moest zijn, staat de nu definitieve versie van de hertaling dichter bij het origineel dan de eerste proeve.”