Kruisspin weer meest geteld, maar fors minder dan voorheen
Hoewel de kruisspin voor de achtste keer op rij het meeste werd geteld afgelopen weekend tijdens de nationale spinnentelling, gaat het duidelijk niet zo goed met dit dier. De spinnentellingen laten een flink dalende trend zien, meldt de site Naturetoday.
In 2015 werden er gemiddeld per tuin nog 24 kruisspinnen waargenomen, en in 2016 zelfs 37. Daarna ging het echter hard achteruit, naar 15 in 2017, acht in 2018 en zes in 2019 en 2020. Deze flinke achteruitgang is ook in andere Europese landen waargenomen. Naar de oorzaken ervan blijft het volgens Naturetoday echter gissen. „Het kan te maken hebben met klimaatverandering, en dan met name de droogte van de laatste jaren, en de mogelijk daarmee samenhangende hoeveelheid beschikbaar voedsel.”
Op de tweede plek in de top drie van de meest recente telling staat net als vorig jaar de grote trilspin, net als in 2019 gevolgd door de venstersectorspin. Tijdens de tuintelling werd dit jaar voor het eerst een marmertrilspin gevonden. De soort werd pas tien jaar geleden voor het eerst in Nederland gevonden, in kassen, maar is inmiddels al bekend uit vrij veel gebouwen. Mogelijk gaat de spinnentelling uitwijzen of deze spin op termijn ook veel van de Nederlandse tuinen gaat koloniseren, net als de grote trilspin.
Een andere spin die dit jaar voor het eerst is gezien tijdens de telling is de valse wolfspin, in twee tuinen. Deze grote soort werd in 2007 voor het eerst in Nederland aangetroffen. Oorspronkelijk komt de valse wolfspin uit het Middellandse Zeegebied. In het Nederlandse stedelijk gebied is het inmiddels echter zo warm geworden, dat deze spin er kan overleven en populaties kan opbouwen.