Prof. Hoek en prof. Van de Beek in discussie over goedheid van God
God is goed, maar hoe? Prof. dr. J. Hoek en prof. dr. A. van de Beek kruisten maandag in Leuven de degens over deze vraag.
Aan de Evangelische Theologische Faculteit (ETF) in Leuven vond een studiedag plaats over het thema ”God is goed”. Dat was ook de titel van de rede van prof. Hoek, die maandagavond afscheid nam van de ETF, waaraan hij meer dan vijftien jaar verbonden was.
Prof. Hoek volgde prof. Van de Beek in zijn strikt christologische doordenking van de vragen in de Godsleer. Hij wil niets weten van een scheiding tussen een almachtige, scheppende God en een goede God in Christus, Die pas in het Nieuwe Testament zichtbaar wordt. „Voor Van de Beek is God de Schepper Dezelfde als de gekruisigde Christus. De schepping staat in het teken van het kruis, omdat de Schepper de Gekruisigde is. Als de Gekruisigde de Schepper is, dan hoort het lijden bij de goede schepping.”
Algemene verzoening
Prof. Hoeks bezwaar is dat het kruis van Christus dan een teken lijkt voor al het lijden in de wereld. „Leidt dit niet tot een algemene verzoening, gezien Van de Beeks geponeerde medeverantwoordelijkheid en zelfs uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de zonde?”
In het klassiek-gereformeerde belijden is het lijden van Christus volgens prof. Hoek het lijden van de Borg en Middelaar, Die de toorn van God tegen het menselijk geslacht draagt en zo de verzoening tot stand brengt voor Gods uitverkorenen. Prof. Hoek is er beducht voor dat prof. Van de Beek in zogenoemd monistisch vaarwater terechtkomt. „Een monistische benadering die het kwade uiteindelijk herleidt tot God Zelf, is toch onaanvaardbaar? Het kwaad krijgt in deze visie een legitieme plek als noodzakelijke schakel in een gepland proces.”
Prof. Van de Beek stelde in antwoord hierop dat prof. Hoek in een ánder monisme dreigt te vallen: dat hij een verklaring levert wáárom Christus moest lijden. „Wanneer Jezus aan het kruis tot God roept: „Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” dan komt er geen antwoord. Jezus krijgt geen uitleg en Hij geeft geen uitleg. Hij is opgewekt uit de doden en opgestaan uit de doden. Dat is aan gene zijde van onze wereld en van onze geschiedenis.”
Prof. Hoek zag bij prof. Van de Beek het gevaar van een theologisch systeem en koos liever voor een „paradoxale” theologie, waarin onder andere schepping en verzoening meer uit elkaar gehouden worden. „Het eschaton staat nog uit.”
Nee, stelde prof. Van de Beek, „Christus is de eerste en de laatste. Zijn verlossing is een objectieve werkelijkheid; die is niet van ons afhankelijk. We zijn erin gedoopt en ontvangen Zijn lichaam in de eucharistie.”
Goede leven
Dr. J. M. Abrahamse, docent systematische theologie en ethiek aan de Christelijke Hogeschool Ede, vroeg aandacht voor het goede leven. „Vraagt onze tijd, deze belevingscultuur, juist niet om een herbezinning op menselijk geluk dat ons leert Gods goedheid te verbinden met leven in deze gebroken wereld?”
Hij verwees naar Psalm 1. „De psalmist wil hier ons verlangen aanspreken en ombuigen door ons een leven voor te houden dat voldoening, genoegen en vreugde vindt bij God.”