Bush verdedigt invasie in Irak
De Amerikaanse president George Bush heeft woensdag in een toespraak voor zijn aanhangers in de staat Pennsylvania zijn besluit om Irak aan te vallen verdedigd. Een adviseur van de inlichtingendienst CIA getuigde woensdag voor de senaatscommissie voor de strijdkrachten dat Irak geen voorraden massavernietigingswapens bezat.
Volgens Bush was het na de aanslagen in september 2001 bittere noodzaak voor de Verenigde Staten om mogelijke bronnen te zoeken waar terroristen massavernietigingswapens zouden kunnen verwerven. „We moesten alle plekken waar terroristen zulke wapens konden krijgen, goed onderzoeken. Een regime sprong eruit, de dictatuur van Saddam Hussein", aldus de president.
Hij memoreerde aan het verleden van Saddam Hussein en diens gebruik van massavernietigingswapens in de jaren tachtig. „Er was een reëel risico dat Saddam Hussein wapens, materialen of informatie zou doorspelen aan terroristische netwerken. In de wereld na ’11 september’ konden we ons niet veroorloven dat risico te nemen", zei Bush.
Volgens CIA–adviseur Charles Duelfer beschikte Irak voor de oorlog helemaal niet over nucleaire, chemische of bacteriologische wapens. Dat zei hij in de getuigenis die hij woensdag voorlas aan de senaatscommissie voor de strijdkrachten, en waarvan het Britse persbureau Reuters een kopie wist te bemachtigen. Dagblad The Washington Post schreef woensdag, op gezag van bronnen die bekend waren met de getuigenis van Duelfer, dat Irak voor de oorlog niet in staat was massavernietigingswapens te produceren.
De vermeende aanwezigheid van massavernietigingswapens, of in ieder geval de ambitie van het regime–Hussein om ze te produceren, was het belangrijkste argument van de Amerikaanse regering om Irak aan te vallen. Ruim anderhalf jaar na de invasie is echter nog geen enkel spoor gevonden van verboden wapens of van de veronderstelde geheime laboratoria en fabrieken.
Duelfer meldde de senaatscommissie wel dat Amerkaanse wapeninspecteurs, waaraan hijzelf leiding gaf, dit jaar op Iraakse opstandelingen zijn gestuit die bezig waren met de ontwikkeling van het potentieel dodelijke gifgas ricine. Dat wilden zij volgens hem kennelijk verwerken in mortiergranaten.