Politiek

Liever niet meer pyromanen aan het Binnenhof

Verbazingwekkend lang ging hét debat van het jaar over één ding: de rechtzaak tegen Wilders. Is zo’n ‘debatontsporing’ te voorkomen? Moeilijk. Wat in elk geval helpt: minder olie op het vuur gooien.

19 September 2020 12:29Gewijzigd op 16 November 2020 20:24
Geert Wilders, beeld ANP, Bart Maat
Geert Wilders, beeld ANP, Bart Maat

Hoe lang zal het geduurd hebben? Anderhalf uur? Twee uur? Verbazingwekkend lang gingen de Algemene Politieke Beschouwingen (APB) over slechts één ding: het proces tegen PVV-leider Wilders over het minder-minder-Marokkanen-incident.

Let wel: die rechtszaak is geen bagatel. Maar als deze kwestie, gecombineerd met veel aandacht voor het al dan niet veroordeeld zijn van rapper Akwasi, zó’n groot deel van de APB gaat beslaan, en dat tijdens „de grootste economische dip sinds de Tweede Wereldoorlog” (dixit minister Hoekstra), lijkt er iets mis te gaan. Toch?

Het gevoel van ongemak wordt nog versterkt door de manier van ‘debatteren’ van de PVV-leider. Waar veel politici liever zenden dan ontvangen, kent Wilders uitsluitend eenrichtingsverkeer. Zonder één moment serieus op het argument van een opponent in te gaan, hamert hij zijn boodschap er bij zijn publiek in.

Maar, doet elke politicus dat niet? Tot op zekere hoogte. Onbevredigend bij Wilders is echter dat hij uit één of twee casussen met grote stelligheid algemene, zwaarbeladen conclusies trekt. Gingen er in zijn eigen rechtsgang dingen mis? Moeiteloos trekt hij daaruit een brede slotsom. Rechters –Nederland telt er 2360– zijn „corrupt”, het principe van scheiding der machten is „failliet”, en de premier maakt zich schuldig aan „vieze vriendjespolitiek” door fouten van minister Grapperhaus te bedekken en hem, Geert Wilders, te slachtofferen.

Geen wonder dat andere politici zich, bij zoveel generalisaties en beschuldigingen, genoodzaakt voelen te reageren. Met als gevolg nog meer hyperbolen, generalisaties en zware verwijten. Waarmee Wilders’ zijn spreektijd moeiteloos verdubbelt.

Kan dit anders? Niet gemakkelijk. Elke politicus is in de Kamer vrij te zeggen wat hij wil, zeker bij de APB. Anderzijds: niemand is verplicht zijn opponent te helpen zijn spreektijd te eindeloos te verlengen.

Fractieleiders die Wilders korter willen houden, staan –als ze hem niet totaal willen negeren– tenminste drie instrumenten ter beschikking:

  1. Humor. Geen beter middel om iemands woordenstroom even te breken dan een goed geplaatste grap.

  2. Spiegelen. Zoals Segers (CU) deze week deed met de opmerking: „Onze rechtsstaat ís niet failliet. Het sterkste bewijs daarvoor bent u: u wordt –denk aan Rusland– niet vergiftigd, maar u krijgt persoonsbeveiliging.”

  1. Houd het als criticus kort en puntig. Zoals SGP’er Van der Staaij in 2018 deed door Wilders te vragen wat nu die christelijke waarden waren waarvoor hij zich inspande. Waarna de PVV-leider niet verder kwam dan „de christelijke waarde om op te komen voor ons eigen volk.”

Voorkomt dit dat Wilders met eigen thema’s het debat kaapt? Nee, maar het beperkt enigszins de schade.

Simpele oplossingen voor het probleem bestaan niet. Op het Binnenhof wonen nu eenmaal brandweerlieden en pyromanen: politici die het vuur van de polarisatie blussen of juist aansteken.

Met alleen brandweerlieden zou het er wellicht te saai worden; met alleen pyromanen een chaos. Wel blijft de vraag: willen we meer of minder pyromanen? „Nou, liever níét méér…”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer