Column (Mariska Dijkstra): Echt of nep
Een van de voortuintjes in onze buurt is opgeknapt. Dat zien we tijdens onze wekelijkse wandeling. Dat levert al snel een aardig discussiepunt op. Is het gras dat erin ligt nu echt of toch niet?
Nu is het gras elders vaak groener dan thuis. Maar in dit geval is het tegenovergestelde het geval. Er steken bruine sprietjes door het groen. En de bladeren die er inmiddels al op gevallen zijn, zorgen voor een wat speels geheel. Echt, denk ik dus. Maar mijn wandelgenoot weet het zeker: het is nep.
Ik moet eraan denken als ik na lange tijd mijn Instagramaccount open. Ik doe er niet zo veel mee, maar soms is het wel aardig om te ontdekken wat bekenden of onbekenden te melden hebben. Ik zie gelikte plaatjes van een opgeruimde huiskamer voorbijkomen. Terwijl ik weet dat de persoon die ze plaatste vijf kinderen heeft. Hoe dan? denk ik nog. Is dit nu echt?
De dame die even later voor me in de rij bij de kassa van de supermarkt staat, heeft schoenen met hoge hakken aan en een korte leren rok. Ze draagt haar lange blonde haren los. Er zijn bijna geen rimpels in haar gezicht te ontdekken. Toch, als ik haar even in de ogen kijk, weet ik meteen dat ze geen veertig is, maar de zestig ruim gepasseerd moet zijn.
Ik spreek die middag een oude kennis. Hoe het gaat, vraag ik hem. „Goed”, antwoordt hij. En hij glimlacht er vriendelijk bij. Later hoor ik dat hij door een moeilijke periode gaat. En de afgelopen maanden veel verliezen heeft moeten incasseren. Was zijn glimlach van zojuist dan wel echt?
Net voordat ik begin met koken, koop ik via Marktplaats een boek. De verkoper stuurt me een Tikkie. Maar bijna gelijk krijg ik een waarschuwing in mijn postvak van de afdeling beveiliging van het platform. Degene met wie ik handel, heeft mogelijk kwade bedoelingen. Terwijl ik naar het betaalverzoek staar, blijf ik twijfelen. Is dit nu echt of nep?
„Ik zit in een potje”, klinkt het bij ons thuis regelmatig. Als ik deze avond naar boven roep met de vraag of de jongens komen eten, hoor ik het weer. Tijd voor een gesprekje, besluit ik. Even later zitten we samen op zijn kamer. Weet je nog wel wat echt is en wat werkelijkheid, wil ik van mijn zoon weten. Terwijl ik het zeg, komen alle situaties van de afgelopen dag in mijn gedachten voorbij. We trekken samen dezelfde conclusie. Het is soms best lastig om te bepalen wat echt en wat nep is.