Cheney verdedigde het beleid van de regering-Bush en herhaalde dat Saddam Hussein een bedreiging vormde voor de VS. Hij wees daarbij onder meer op Bagdads „bekende relatie met al-Qaida.” Een opmerkelijke uitspraak een dag nadat minister van Defensie Donald Rumsfeld tijdens een bijeenkomst in New York verklaarde dat er „geen concrete aanwijzingen” waren voor relaties tussen Bagdad en al-Qaida. Ofschoon hij dit maandag letterlijk zei, liet Rumsfeld dinsdag in een verklaring weten dat hij „verkeerd was begrepen.”

Vice-president Cheney viel via Edwards vooral presidentskandidaat John Kerry aan. Het feit dat Kerry indertijd tegen de eerste Golfoorlog had gestemd, het feit dat hij voor militaire volmachten voor president Bush had gestemd maar tegen financiering van de oorlog in Irak. Dit alles duidt er volgens Cheney op dat Kerry zich in de afgelopen jaren „consequent in de verkeerde hoek van het speelveld heeft geplaatst.” Senator Edwards beschuldigde Cheney en de regering-Bush in het algemeen ervan het Amerikaanse volk niet eerlijk voor te lichten over de situatie in Irak.

Het debat tussen beiden was inhoudelijk harder en persoonlijk venijniger dan het debat vorige week tussen president Bush en John Kerry. Volgens Cheney was Edwards staat van dienst in de Senaat „niet erg indrukwekkend”, gezien diens veelvuldige afwezigheid daar. Cheney stelde daar de ervaring tegenover die het Bush-team vertegenwoordigt. Waarop Edwards antwoordde dat hij niet geloofde dat het land op nog eens vier jaar extra „van dit soort ervaring” zat te wachten.

Het was onvermijdelijk dat ook de kwestie-Halliburton aan de orde zou komen. Dick Cheney was topman van dit bedrijf tot hij begin 2001 aantrad als nieuwe vice-president onder president Bush. Het dochterbedrijf KBR van Halliburton sleepte na de invasie miljardencontracten in de wacht voor de wederopbouw van Iraks olie-industrie en voor de logistieke verzorging van de Amerikaanse troepen in Irak. Volgens Edwards had Cheney ervoor gezorgd dat zijn voormalige bedrijf deze contracten afsloot zonder dat daar een normale inschrijvingsprocedure aan was voorafgegaan. Cheney ontkende dit en wees op een recent onderzoek van de GAO, de onafhankelijke rekenkamer van het Congres, die tot de conclusie kwam dat de contracten „binnen het kader van de juridische richtlijnen van de overheid” waren afgesloten.

De tweede helft van het debat was gewijd aan binnenlandse ontwikkelingen. Volgens Edwards is de regering-Bush verantwoordelijk voor het verlies van honderdduizenden banen. Cheney benadrukte dat bedrijfsleven en overheid sinds vorig jaar juist honderdduizenden nieuwe banen hebben gecreëerd. Hij beschuldigde de Democraten ervan de belastingen te willen verhogen, nadat de regering-Bush juist belastingverlagingen had doorgevoerd als economische stimulans. Het debat in Cleveland was de enige confrontatie tussen Cheney en Edwards. De presidentskandidaten debatteren in totaal drie keer met elkaar.