Onrust in Spaanse politiek door spionagezaak
In de Spaanse politiek is onrust ontstaan over beschuldigingen dat een informant is ingezet om de voormalige penningmeester te bespioneren van de conservatieve Partido Popular (PP). De linkse premier Pedro Sánchez heeft de zaak „erg zorgwekkend” genoemd.
De autoriteiten hebben deze maand een dossier vrijgegeven over de zaak, die „Operatie Keuken” wordt genoemd. De codenaam van de informant was „de kok”. Hij zou als chauffeur hebben gewerkt voor oud-PP-penningmeester Luis Bárcenas Gutiérrez, die in 2018 is veroordeeld tot 33 jaar cel vanwege een grote smeergeldaffaire binnen de PP.
Aanklagers zeggen dat de informant 2000 euro per maand ontving. Ook was hem een baan bij de politie toegezegd. Hij moest als tegenprestatie achterhalen waar Bárcenas en zijn vrouw „compromitterende documenten” over topfiguren binnen de PP hadden verstopt, aldus het dossier.
Die spionage was volgens Spaanse media kennelijk bedoeld om de gevoelige informatie uit handen van onderzoekers te kunnen houden. Aanklagers onderzoeken nog welke rol toenmalige PP-bewindslieden precies speelden bij de inzet van de infiltrant. Oud-minister van Binnenlandse Zaken Jorge Fernández Díaz zegt dat hij niets van de operatie wist, maar een voormalige medewerker spreekt dat tegen.
Het schandaal komt op een ongunstig moment voor de conservatieve partij, die de laatste twee landelijke verkiezingen heeft verloren. De huidige PP-leider Pablo Casado heeft al benadrukt dat hij geen prominente rol had binnen de partij toen de vermeende spionage plaatsvond.