Nederlandse hulp bij hervorming leger Belgrado
Nederland biedt de unie van Servië–Montenegro (SCG) waardevolle hulp bij de hervorming van zijn leger. Dit zei de minister van Defensie van Servië–Montenegro, dr. Prvoslav Davinic, dinsdag in Den Haag.
Het leger van SCG moet inkrimpen. De sterkte van weleer, toen het ongebonden Joegoslavië van Tito zich staande moest houden tussen NAVO en het Warschaupact, is niet meer nodig. Ook kan het met economische problemen kampende Servië–Montenegro zich zo’n groot, zwaar bewapend leger niet meer permitteren.
Ontslagen van boventallige militairen komen, gelet op de hoge werkloosheid, hard aan in SCG. Nederland heeft „veel geld" gegeven voor de omscholing van ontslagen militairen, die hun integratie in de burgermaatschappij mogelijk moet maken.
Nederland geeft geen hulp aan het leger van SCG zelf. Voor militaire samenwerking blijft het Joegoslavië–Tribunaal het ’struikelblok’, aldus de bewindsman. Het Westen zet Belgrado onder druk om de uitlevering van verdachten van oorlogsmisdaden en andere vormen van samenwerking met ’Den Haag’ af te dwingen.
Davinic vindt het belangrijk dat die obstakels worden weggenomen en SCG toenadering vindt tot de NAVO, om te beginnen via het Partnerschap voor Vrede. De veiligheid van Europa laat geen ’witte plekken’ op de Balkan toe, aldus de minister, die wees op de gevaren van terrorisme, drugshandel en mensenhandel. Met name Kosovo, de Servische provincie die sinds 1999 onder VN–bestuur staat, werd in dit verband door Davinic aangewezen als draaischijf.
Davinic sprak in de Haagse Sociëteit De Witte tijdens een bijeenkomst die was georganiseerd door de Atlantische Commissie.