Binnenland

Revanche politici in debat met Fortuyn

Volgens deskundigen heeft Fortuyn ook het tweede lijsttrekkersdebat, donderdag in de aula van de Rotterdamse Erasmus Universiteit, op punten gewonnen. Maar hij kreeg dit keer wel veel meer tegenspel van zijn collega-lijsttrekkers, alhoewel Dijkstal wat afwezig zat te zwijgen en alleen Rosenmöller Fortuyn stil kreeg door de zwakste plek van de brutale nieuwkomer bloot te leggen.

22 March 2002 11:38Gewijzigd op 13 November 2020 23:29
ROTTERDAM - Het grote verschil. Na het debat over de gemeenteraadsverkiezingen passeerde een gloriërende Fortuyn de chagrijnig kijkende Melkert. Tijdens het tweede lijsttrekkersdebat, donderdagmiddag in Rotterdam, wist de Haagse politieke elite zich wel
ROTTERDAM - Het grote verschil. Na het debat over de gemeenteraadsverkiezingen passeerde een gloriërende Fortuyn de chagrijnig kijkende Melkert. Tijdens het tweede lijsttrekkersdebat, donderdagmiddag in Rotterdam, wist de Haagse politieke elite zich wel

Het eigenlijke debat was al gevoerd en de heren lijsttrekkers zaten recht tegenover de zaal om vragen van de zo’n 1000 Rotterdamse studenten te beantwoorden. Een van hen vroeg aan Fortuyn of Nederland binnen Europa niet in een geïsoleerde positie zou terechtkomen als hij de macht zou krijgen. Fortuyn antwoordde pinnig, want hij wordt „ziek” van de hetze in de buitenlandse media om hem als de Nederlandse Jörg Haider af te schilderen. Dat was het moment waarop Rosenmöller (GroenLinks) had gewacht. „Het probleem met jou is dat je theater begint te maken als je op je zwakke punten wordt aangevallen. Je hebt dan geen inhoudelijk verweer meer.”

Dat verwijt raakte inhoudelijk eigenlijk niet wat Fortuyn zojuist had gezegd. Maar in een debat tussen politici gaat het daar ook niet om. De zaal, die tot dan geen anti-Fortuyn-houding had aangenomen, explodeerde bijna. En toen Fortuyn uit ergernis zijn microfoontje van zijn revers haalde en op de tafel gooide en dreigde op te stappen, werd boegeroep zijn deel. Hij bleef dus maar zitten en werd gered door de bel die kort daarop een einde aan het debat maakte. Toen herstelde hij zich snel. „Je moet lachen, Ad, want daar staat een camera”, zei hij tegen Melkert, om hem vervolgens in verlegenheid te brengen door tegenover tientallen fotografen een arm om hem heen te slaan. Een gloriërende Rosenmöller na afloop: „Fortuyn is sterk in de aanval, maar niet in de verdediging. Hij kan niet tegen kritiek.”

Fysiek contact was aan Rosenmöller niet besteed. Toen Fortuyn hem een schouderklopje gaf, zei hij: „En jij moet je handen thuishouden. Jij zeker.” Tijdens het debat had hij Fortuyn al een keer eerder enkele seconden stil gekregen: „Als jij vijf tellen stil bent, dan moet je het wel met me eens zijn.”

Zo ging Rosenmöller zijn collega’s voor in de jacht op revanche voor hun smadelijke optreden in de nacht na de gemeenteraadsverkiezingen. Melkert (PvdA), Dijkstal (VVD), De Graaf (D66), Balkenende (CDA) en Rosenmöller (GroenLinks) hadden zich duidelijk goed voorbereid op deze tweede confrontatie met de debutant. En zo werd het eigenlijk een heel gewoon debat, over macro-economische kwesties, de WAO, het integratiebeleid en de drugsproblematiek.

Wat dan opvalt, is dat de Haagse politici zozeer onderdeel van het systeem zijn dat ze niet zo vrijuit kunnen debatteren als Fortuyn. De fractievoorzitters weten dat ze na 15 mei toch op de een of andere manier met elkaar in een coalitie verder moeten en zijn tijdens zo’n debat daarom voortdurend op zoek naar consensus en blokvorming.

Fortuyn heeft daar lak aan en kan door felle interrupties en kwinkslagen het debat voortdurend ontregelen. En vandaar dat hij dan toch als de ogenschijnlijke winnaar het strijdperk verliet, maar niet dan nadat zijn toekomstige collega’s hem stevig hadden aangevallen op zijn opvattingen over de WAO en het integratiebeleid. Maar ook Balkenende had het niet makkelijk en werd stevig aangepakt, bijvoorbeeld op zijn idee softdrugs te blijven bestrijden.

Dijkstal had van zijn campagneteam waarschijnlijk het advies gekregen zich als de oudere staatsman op te stellen, de stoel ietsjes verder naar achteren geschoven dan de anderen. Dat had vooral tot gevolg dat hij minutenlang niet aan het woord kwam en iedereen zich na afloop verbaasde over zijn verwardheid en afwezigheid. „De partijbaronnen zullen zaterdag wel weer bijeenkomen”, vermoedden enkele waarnemers.

Direct na het debat moest Fortuyn weer snel weg. In het bedrijfscafé op de vierde verdieping van een strengbeveiligd kantorenpand op het Rotterdamse industrieterrein Spaanse Polder presenteerde hij aan het begin van de avond de nummers twee tot en met zestien van zijn kandidatenlijst. Daar was de vaderlandse pers inmiddels ook massaal neergestreken, aanvankelijk vooral wachtend, want Fortuyn was nog even beneden om, zo versprak de woordvoerder zich, „even kennis te maken” met zijn aanstaande collega’s.

De presentatie verliep geïmproviseerd en rommelig. Fortuyn had het eerst nog even over de „klus met angst beladen” waarvoor hij zich door zijn grote electorale successen geplaatst ziet. En hij toonde zich trots op zijn kandidaten. „En dat zijn geen ontevreden, blanke mannen van boven de vijftig, dames en heren. Ook onze aanhang is gevarieerd en gekleurd.”

De aanwezigheid van de nummers drie en vijf leek die bewering te weerleggen. Dat zijn de 69-jarige querulant James (”Big Jim”) Janssen van Raay en de 68-jarige oud-Elsevier-hoofdredacteur Ferry Hoogendijk, die de dijken van de Nederlandse polder bedreigd ziet door de aanstormende golven van een dreigend oproer. Maar het beeld was al gecorrigeerd toen de nummer twee op de lijst het podium opkwam: de 27-jarige Kaapverdiaan Joa˜o Varela. Hij wil de strijd gaan aanbinden tegen de „tweedeling tussen allochtonen en autochtonen” die de Nederlandse samenleving dreigt te gaan verscheuren. „Iedereen moet zich aanpassen en meedoen. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.”

Zo zijn er meer allochtonen die Fortuyn steunen: Firouze Zeroual, een 29-jarige Marokkaanse onderneemster, en Philomena Bijlhout, 44 jaar, die het heeft over „het belang om jongeren op te vangen die tusssen twee culturen leven.”

Geen Janmaats dus op dat podium gisteravond, noch de figuren van twijfelachtig allooi waarmee deze zich omringde, maar goed opgeleide en fatsoenlijk ogende mensen, mensen met een gewone baan die er trots op zijn nog geen politieke ervaring te hebben. „Wij zijn pas echte volksvertegenwoordigers.” Een voor een kwamen ze op en kregen een hand van Fortuyn: Winny de Jong (43), die landbouw moet gaan doen, medici die de politiek in willen omdat ze „een hekel aan die wachtlijsten hebben”, een hoofdinspecteur van politie, de 48-jarige jurist Kievits, de 33-jarige oud-notaris Fred Schoneville, die „voor de portefeuille justitie” gaat, en de 31-jarige doctorandus Eerdmans, nu nog actief als adviseur -nota bene- van de Rotterdamse burgemeester Opstelten.

Aan het slot ontstaat enige verwarring over de positie van boerenleider Wien van den Brink. Doet-ie nou wel of niet mee? Niet dus. Hij heeft het pand al verlaten, boos vanwege de vernederende 43e plek op de lijst die hem was toegekend.

En toen, na ruim een halfuur, moest Fortuyn alweer weg, om „afscheid te nemen” van zijn maandag overleden vader.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer