Rechter corrigeert net iets te slimme vermogensverdeling
De vermogensrendementsheffing in box 3 blijft een heikel punt. Sparen levert al jaren bijna niets op en daarbovenop komt de fiscus met een forse belastingclaim: de vermogensrendementsheffing.
Reden is dat de overheid nog altijd van 4 procent rente op spaargeld uitgaat. Die rente wordt belast. Eerst moest over het vermogen effectief 1,2 procent belasting betaald worden. Inmiddels is dit fiscaal vriendelijker ingericht en betalen mensen met een klein spaartegoed 0,54 procent belasting. Dat loopt op tot 1,6 procent voor mensen met een miljoen op de bank.
Intussen doen belastingplichtigen er alles aan om onder de vermogensrendementsheffing uit te komen. Recent liep een echtpaar tegen de lamp toen zij hun vermogen in box 3 aan elkaar toerekenden. Dat ging als volgt.
Twee echtgenoten doen apart aangifte inkomstenbelasting over de jaren 2013 en 2014. Gezamenlijk hebben ze een vermogen in box 3 van meer dan een half miljoen euro. In hun afzonderlijke aangiften geven ze telkens een opsomming van gezamenlijke bezittingen en schulden. De vrouw vult voor beide jaren in dat haar aandeel in het gezamenlijke voordeel uit sparen en beleggen nihil was, aangezien zij dat voordeel volledig toedeelt aan haar partner. De man had op zijn beurt doet precies het omgekeerde. Zo denken ze de belastingheffing van 1,2 procent te ontlopen.
Als de fiscus dit ontdekt, worden navorderingsaanslagen en boetes opgelegd en het vermogen wordt bij ieder van de partners voor de helft in aanmerking genomen. Het echtpaar betoogt dat de aangiften op zichzelf juist zijn, want 100 procent van het vermogen is verdeeld. Ze hebben precies de invulinstructies en hulpteksten van het aangifteprogramma van de Belastingdienst gevolgd. Tekortkomingen van dat aangifteprogramma mogen niet voor hun rekening komen, vinden ze. De opgelegde boete zou dus onterecht zijn.
De belastingdienst stelt daartegenover dat beiden wisten dat over een dusdanig groot vermogen belasting wordt geheven. Ze hadden zich moeten realiseren dat het aangiftepakket de verdelingsfout niet kan herkennen, omdat het echtpaar apart aangifte deed. Wanneer zij een gezamenlijke aangifte hadden ingediend, had het aangiftepakket wel een juiste verdeling aangegeven.
In beginsel is het bezit van het vermogen leidend voor de vraag bij wie de vermogensbestanddelen in de aangifte worden opgenomen. Partners hebben het recht om een andere verdeling te kiezen. De rechtbank overweegt dat de keuze waarbij één van de partners voor zichzelf een verdeling kiest, die niet spoort met de verdeling die de andere partner kiest, geen keuze is voor een onderlinge verhouding. De vermogensverdeling in de aangifte van het echtpaar wordt dus gecorrigeerd. Daarnaast acht de rechter het niet geloofwaardig dat de belastingplichtigen op het verkeerde been zijn gezet door de invulinstructies bij het aangifteprogramma. In eerdere jaren lukte het namelijk wel om een correcte aangifte in te dienen. Naar het oordeel van de rechtbank zijn de opgelegde boetes daarom terecht.
Conclusie: gebruik, naast de invulinstructies, je boerenverstand bij aangifte.
De auteur is belastingadviseur bij Visser & Visser Belasting-adviseurs. Reageren? fiscaal@refdag.nl