Macron wil hulp voor en hervormingen in Libanon
De Franse president Macron heeft bij aankomst in Beiroet gezegd dat hij voor het zwaar getroffen land Libanon internationale hulp wil organiseren. De leider zei dat hij „graag Europese hulp wil organiseren, maar ook internationale hulp op grotere schaal”. Macron komt in de voor een groot deel zwaar beschadigde Libanese hoofdstad aan, na de verwoestende explosie in de haven van opgeslagen ammoniumnitraat. De chemische stof zit in kunstmest maar wordt ook gebruikt als grondstof voor springstoffen in de mijnbouw en in zelfgemaakte bommen.
Macron werpt zich op als beschermer van Libanon, omdat Frankrijk zich historisch verwant voelt met Libanon, een Franse ‘uitvinding’ in de koloniale tijd. Het huidige vastgelopen stelsel is voor een belangrijk deel terug te voeren tot het Franse bewind.
Macron werd verwelkomd door zijn Libanese ambtgenoot Michel Aoun. Macron sprak over „onvoorwaardelijke hulpverlening”, maar waarschuwde ook dat het land eindelijk noodzakelijke hervormingen moet doorvoeren, „omdat het anders blijft instorten”. Libanon verkeert in een politieke impasse en is bankroet. Het kampte voor de explosie al met tekorten en protesten. Veel Libanezen houden de over het algemeen rijke en vaak rivaliserende elites in het land verantwoordelijk voor jarenlang wanbeleid en corruptie die het land hebben geruïneerd.
Macron en Aoun werden uitgejouwd toen ze in het beschadigde stadsdeel de overblijfselen van een apotheek bezochten. Omstanders riepen „Weg met het regime” en „Revolutie!”. Macron zei „op bezoek te zijn om een politiek initiatief te lanceren”. Hij wil „een nieuw pact” voor de politiek.
Frankrijk heeft honderd jaar geleden na lang touwtrekken met het achterdochtige Britse Rijk Syrië als mandaatgebied verworven. De Fransen scheidden Libanon van Syrië af om er een op Frankrijk gericht christelijk land van te maken. Bestuursfuncties werden op basis van de religieuze achtergrond verdeeld en christenen stonden vooraan. De president moet bijvoorbeeld net als Aoun een christen zijn. De premier een soenniet en de parlementsvoorzitter een sjiiet. Maar christenen vormen al lang niet meer de grootste groep. Dat zijn sjiieten nu. Latere afspraken tussen de drie belangrijkste religieuze bevolkingsgroepen hebben de daadkracht van een regering alleen verder uitgehold. Aoun kon bijvoorbeeld pas na 45 stemmingen over 2,5 jaar tijd in 2016 tot president worden gekozen.