Binnenland

Voormalig hoofdofficieren worden niet vervolgd

Het Openbaar Ministerie zal twee voormalige hoofdofficieren van justitie niet vervolgen vanwege het mogelijk privégebruik van door het OM aangeboden en/of betaalde diensten. Dat bevestigt een woordvoerder van het Landelijk Parket na berichtgeving door NRC. Het ging om het mogelijk privégebruik van een dienstauto met chauffeur, het maken van afspraken in hotels en restaurants en het om-/bijboeken van een terugvlucht en hotelovernachting tijdens een conferentie in 2012 in Bangkok, door Marc van Nimwegen, die hoofdofficier in Rotterdam was, en van Marianne Bloos, die het functioneel parket leidde.

ANP
4 August 2020 13:59Gewijzigd op 16 November 2020 20:01

Ook werd onderzocht of en in hoeverre de voormalig hoofdofficier van Rotterdam, in zijn toenmalige functie van procureur-generaal, de uitkomst van een aanbesteding inhoudelijk zou hebben beïnvloed.

Het oriënterend feitenonderzoek naar mogelijk strafbaar handelen door de voormalig hoofdofficieren van parket Rotterdam en het Functioneel Parket, heeft niet geleid tot een verdenking die een strafrechtelijk opsporingsonderzoek rechtvaardigt. Het onderzoek dat is uitgevoerd door de Rijksrecherche onder leiding van een officier van justitie van het Landelijk Parket is daarmee beëindigd.

Het feitenonderzoek werd uitgevoerd door de Rijksrecherche onder leiding van een officier van justitie van het Landelijk Parket, zo meldt het OM dinsdag. De twee hadden een relatie met elkaar, maar verzwegen dat. Per 1 januari werd hun dienstverband stopgezet. De affaire zorgde voor veel onrust en verstoorde verhoudingen binnen de organisatie van het OM. De twee waren in 2018 al op non-actief gezet tijdens een onderzoek van een commissie naar het handelen van het tweetal. Van Nimwegen werd later geschorst en Bloos was met buitengewoon verlof.

De dienstverbanden zijn door het OM beëindigd naar aanleiding van de uitkomsten van het rapport van de zogenoemde commissie Fokkens vorig jaar april. Die stelde vast dat er sterke aanwijzingen waren dat de topfunctionarissen vanaf 2011 een relatie hadden toen zij in een hiërarchische verhouding tot elkaar stonden. Zij hebben ten onrechte van de relatie geen melding gemaakt en deze tot 2016 steeds ontkend. De commissie stelde ook dat de top van het OM flinke steken heeft laten vallen, omdat langere tijd niet is opgetreden toen het gedrag van betrokkenen werd gemeld door verschillende personen vanuit de organisatie.

Van Nimwegen liet eerder weten naar de rechter te stappen en het OM en de onderzoekscommissie aan te klagen. De advocaat van Van Nimwegen, Robert Hein Broekhuijsen, zei in december vorig jaar dat Van Nimwegen eerherstel en een schadevergoeding wil.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer