Museum blikt terug op Slag om Opheusden
In de officiële geschiedschrijving is het niet meer dan een voetnoot, de Slag om de Betuwe. Toch was dit deel van het Rivierengebied decor van de langste veldslag tijdens de Tweede Wereldoorlog, met als dieptepunt de strijd bij Opheusden.
In Opheusden opent vanaf zaterdag 1 augustus een tijdelijk oorlogsmuseum zijn deuren. De uitzonderlijk bloedige slag om dit dorp staat er centraal. „Tot september 1944 gebeurde hier niet zo veel”, vertelt verzamelaar en een van de organisatoren Stoffel Geurts. Samen met met drie andere lokale verzamelaars van militaria –Gert-Jan van Dorland, Sem Arends en Hans Prijs– is een kleine, maar boeiende expositie ingericht met niet alleen origineel materiaal en gebruiksvoorwerpen, maar ook veel bodemvondsten.
Geurts verzamelt de laatste jaren vooral medische attributen. Zo vond hij enkele jaren geleden tijdens een zoektocht met een metaaldetector ook een voorraad transfusiebloed uit een veldhospitaal. Een fles met ruim 75 jaar oud bloed, vermoedelijk afkomstig van een Engelse militair, staat nu tentoongesteld in het pop-upmuseum in Opheusden. Het is maar één van de vele voorbeelden van een nog niet eerder verteld verhaal.
Dakota
Ruim 2000 militairen sneuvelen bij de slag om Opheusden tussen 4 en 15 oktober 1944: 1200 Duitsers, 500 Amerikanen en 300 Britten. De prelude daarop vormt een neergestorte Dakota met Britse Airbornetroepen, op weg naar de Ginkelse hei. Het grootste deel van de bemanning weet bij Opheusden op tijd uit het vliegtuig te springen en wordt opgepikt door de ondergrondse.
„In die tijd bevond zich hier in het dorp slechts één Duitser”, vertelt de Betuwse amateur-historicus. De zestien overlevende Britten worden ondergebracht in een boerderij in de regio, waar tegenover wel Duitse troepen zijn gelegerd. „Om te voorkomen dat de vijand wat al te nieuwsgierig wordt naar de bewegingen op de boerderij bedenkt de boer een list. Er zou dysenterie heersen op het bedrijf. Dat is voldoende om de Duitsers uit de buurt te houden. De Engelsen kunnen zelfs in alle rust hun omgekomen kameraden begraven. Na zes dagen worden ze door het verzet met een bootje over de Waal gezet naar bevrijd gebied.”
Bloedig
Ondertussen is de Slag om Arnhem verloren en trekken Engelse en Amerikaanse troepen richting West-Betuwe. Tegelijkertijd probeert Duitse Volksgrenadiers eerst de Engelsen en later de Amerikaanse vervangers terug te dringen richting de Waalbrug bij Nijmegen. Bij Opheusden en de dorpen in de omgeving komt het tussen 4 en 15 oktober tot felle en bloedige veldslagen, die uitgebreid worden beschreven op de informatieborden in het museum.
Daarna krijgt de West-Betuwe de status van Niemandsland, waar regelmatig geallieerde en Duitse patrouilles met elkaar in gevecht raken. In december volgt de innundatie van de Betuwe nadat de Duitsers bij Elden in de Oost-Betuwe de dijken opblazen om de oprukkende bevrijders tot stilstand te dwingen.
Het water dringt door tot en met Maurik en Lienden en het grootste deel van de bewoners wordt geëvacueerd. De troepen trekken zich dan terug op drooggevallen stukken grond. Pas op 17 april wordt Opheusden bevrijd.
Het tijdelijk museum in Opheusden zou al vanaf 13 maart open zijn, vertelt Geurts. „Een dag voor de opening werden de coronamaatregelen van kracht.”
Tot 1 november is de samengestelde oorlogscollectie van de vier verzamelaars op iedere woensdagmiddag en zaterdag te zien. Op alle andere dagen, behalve de zondag, alleen op afspraak. „En wat er nog op zolders ligt aan militaria mag ook gebracht worden.”