De 39–jarige Veendammer K.J. is verdachte in de zaak. Hij zou in 2002 het 14–jarige meisje Varscha Mohansingh in de badkamer van haar ouderlijk huis in Wildervank hebben vermoord. De rechtbank in Groningen veroordeelde J. in maart dit jaar tot acht jaar cel en tbs met dwangverpleging voor het delict. De verdachte ging in hoger beroep. Hij ontkent iets met de zaak te maken te hebben. J. was een bekende van de familie.

Uit de slachtofferverklaring blijkt verder dat het leven van het gezin Mohansing na de dood van hun dochter en zusje is veranderd in een nachtmerrie. „Ons leven bestaat uit angst, woede en onzekerheid. Er is een leegte in het gezin ontstaan."

De familie voelt zich slecht behandeld en gediscrimineerd door de politie. Na het drama moest het gezin het huis verlaten in verband met het sporenonderzoek. „We stonden op straat en wisten niet waar we heen moesten. We kregen geen begeleiding." Ook stellen de familieleden dat er veel fouten in het onderzoek zijn gemaakt. De politie gaf tijdens de zitting in Groningen toe dat niet al het aangetroffen bewijsmateriaal onderzocht is.

Over de vermeende dader zegt het gezin geschokt te zijn dat hij geen respect heeft getoond. „Het is een bekende die wij vertrouwden. De vader van het meisje zegt niet eerder te rusten voor het recht zegeviert.

„Ik denk ook elke dag aan haar", was de reactie van de verdachte op de slachtofferverklaring. Daarop liepen enkele familieleden van Varscha huilend de zaal uit.