Hoort naar Mij
Jesaja 55:3a
„Neigt uw oor en komt tot Mij, hoort en uw ziel zal leven.”
Als het Woord het geweten van een arme hongerige zondaar raakt, zijn hart verlicht en hem bestraft over zijn handelingen, dan roept hij uit: „Ik verkeer in grote verlegenheid, goede God, vertroost mij! Ik ben vol van vertwijfeling, goede God, bevrijd mij! Ik ben onkundig in geestelijke zaken, Heere, leer mij! Ik heb een trots, weerspannig hart, goede God, verootmoedig mij!” Deze zondaar is er nog nooit beter aan toe geweest dan op dit ogenblik. Neem dit daarom aan als een vaste regel: een oprecht hart is nooit meer op zijn gemak dan wanneer het Woord het meest en op de scherpste wijze werkzaam is. Een goddeloos mens daarentegen is nooit beter gesteld dan wanneer het Woord het minst werkzaam is en nooit enige invloed op hem heeft. Als hij echter gewaarwordt dat de leraar te dicht bij de zweer van zijn ziel komt, dan geeft hij die dag niet thuis! Hij zal die dag zeker de stad uit en afwezig zijn. Hij beseft dat het Woord hem wakker zou schudden en hem schrik aanjagen. Hij kan die slag niet verdragen en daarom blijft hij weg. Hij vermijdt het Woord te horen, wanneer dit op een of andere wijze tot reformatie van zijn ziel zou kunnen strekken. Laat ons uitermate voorzichtig en waakzaam zijn, dat wij niet in de strik raken.
Thomas Hooker, predikant te Hartfort (Amerika)
(”De arme twijfelende christen genaderd tot Christus”, 1660)