Sterke nodiging
Jesaja 55:1
„O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja, komt, koopt zonder geld en zonder prijs, wijn en melk.”
Menig arme prediker zou, terwijl hij het goede Woord Gods predikt, in dit opzicht graag zijn koopwaar achterlaten en tot zulke dorstige zielen zeggen: „U moet het hebben en u zult het hebben. Het is uw deel en het komt u op rechtsgronden toe.” Zo voelen wij ons eveneens genoodzaakt Gods goedgunstigheden nadrukkelijk bij u aan te bevelen. Daarom bidden wij u te geloven. Wij smeken u, om Jezus’ wil, genade te ontvangen en uw harten te verootmoedigen. Wij handelen zo met u op een vaderlijke wijze. Wilt u ons nu echter zo’n grote en goede gelegenheid ontnemen? Dat moet u niet doen, geliefden. Vele dierbare beloften en vele uitnemende en kostelijke zaken van genade en zaligheid zijn geopenbaard, maar de mensen zijn te zorgeloos om die voor zichzelf aan te nemen. Vandaar dat onze marktplaatsen onbezocht zijn. Wij passeren niet om iets tot ons voordeel aan te schaffen. Een of andere vleselijke uitvlucht of iets dergelijks bederft het allemaal. Dit bewijst duidelijk welk een geringe waardering wij voor Christus hebben. Maar de arme, hongerige zondaar, die zich zijn eigen zwakheid en krachteloosheid bewust is, verlangt naar de komst van de feestdag, opdat hij deelgenoot mag zijn van deze en dergelijke heerlijkheden. O, hoe aandachtig luistert hij en hoe ijverig geeft hij gehoor aan wat de leraar zegt.
Thomas Hooker, predikant te Hartfort (Amerika)
(”De arme twijfelende christen genaderd tot Christus”, 1660)