Jongeren in VS verlieten kerk om het Nederlands
Ds. G. H. Kersten was voorstander van een verengelsing van de Amerikaanse Gereformeerde Gemeenten. Wel moest men zich hoeden voor het beginselloze naamchristendom van Amerika.
Die tweeledige conclusie trok prof. dr. F. A. van Lieburg woensdag op een VU-conferentie over religieuze Nederlandse gemeenschappen in Amerika onder het motto ”Klonten in de smeltkroes”. In de tweede helft van de negentiende eeuw voelde de piëtistische richting in de Christian Reformed Church (CRC) zich bedreigd. Die kerk kreeg steeds meer een neocalvinistisch karakter. Bezwaarde groepen vonden elkaar, hetgeen uiteindelijk leidde tot de vorming van de Netherlands Reformed Congregations (NRC), de zusterkerk van de Gereformeerde Gemeenten. Men bleef echter jarenlang afhankelijk van predikanten uit Nederland. Ook bleef de Nederlandse taal bij hen langer voor de eredienst in gebruik dan bij andere emigrantenkerken.
Voor gereformeerdebonders was het niet eenvoudig om in Amerika kerkelijk onderdak te vinden. Sommigen sloten zich aan bij de CRC, anderen bij de NRC. Weer anderen voegden zich op grond van hun kerkbeschouwing bij de liberale Reformed Church of America. Dat was immers de voortzetting van de Hervormde Kerk uit de tijd van de West-Indische Compagnie. Verder waren er groepen emigranten die jarenlang thuis preken lazen. Zij lieten echter weinig sporen na in de kerkgeschiedenis.
RD-journalist L. Vogelaar, die verschillende boeken over de Gereformeerde Gemeenten in Amerika schreef, beklemtoonde dat emigranten een bewuste keuze moesten maken. De kerk had voor hen trouwens ook een sociale functie. Daar ontmoette men landgenoten.
In sommige NRC-gemeenten is de invloed van de baptisten duidelijk merkbaar. Dat leidde er onder meer toe dat men hertrouwen na echtscheiding verkeerd acht. In de Amerikaanse gemeenten is de overgang naar het Engels in de kerkdiensten veel moeizamer verlopen dan later in Canada het geval was. Men was er beducht voor dat met het Engels ook allerlei negatieve elementen uit de Amerikaanse cultuur zouden binnensluipen. Door het te lang vasthouden aan het Nederlands zijn de Amerikaanse Gereformeerde Gemeenten vermoedelijk honderden jongeren kwijtgeraakt.
Drs. A. Baars, docent aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn en van 1981 tot 1988 predikant in het Canadese Dundas, signaleerde hoe de Free Reformed Churches, de dochterkerk van de Christelijke Gereformeerde Kerken, in de loop der jaren verschillende oplossingen zochten voor hun predikantenopleiding. In de jaren zestig werden studenten verwezen naar het Calvin Seminary van de CRC. Toen dat te modern werd, week men uit naar de opleiding van de Protestant Reformed Church. In de jaren tachtig koos men voor de opleiding van de Canadese vrijgemaakten, om in de jaren negentig een samenwerkingsverband aan te gaan met het Puritan Reformed Seminary van dr. J. R. Beeke. In alle gevallen koos men dus wel voor een opleiding met een Nederlandse traditie.
Bij zijn onderzoek onder gereformeerde emigranten bleek het prof. dr. J. van Marle dat het Nederlands nergens als een heilige taal wordt beschouwd. Ook niet in de Amerikaanse NRC-gemeenten, waar men hier en daar nog steeds Nederlandse diensten houdt. Op zich is het opmerkelijk dat er met name in Iowa door afstammelingen van Nederlandse emigranten nog Nederlands gesproken wordt: soms erg fragmentarisch, soms correct.
Het feit dat de NRC-gemeente in Sioux Center (Iowa) langer aan het Nederlands vasthoudt dan de andere emigrantengemeenten komt ook doordat het hier gaat om een latere emigratiegolf. Terwijl de CRC-leden afstammen van emigranten uit de negentiende eeuw, gaat het bij de Netherlands Reformed Congregations veelal om nazaten van emigranten uit het begin van de 20e eeuw.
Prof. dr. R. P. Swieringa van Hope College in Holland Michigan liet zien hoe de CRC de Reformed Church of America op afstand volgt. De afgescheiden ds. Van Raalte sloot zich bij laatstgenoemde kerk aan, maar lang niet alle afgescheidenen volgden hem daarin. De vrijmetselarij was een van de breekpunten. En men vond de Reformed Church of America te veel veramerikaanst.
Pas aan het eind van de negentiende eeuw kwam het Engels in CRC-kerkdiensten opzetten. Maar het duurde nog veertig jaar voordat die taal algemeen ingang vond. Terwijl de Reformed Church of America koos voor de openbare school, richtte de CRC eigen scholen op. Die droegen er duidelijk toe bij dat de jongere generatie voor de kerk behouden bleef. Thans is de voorkeur voor de christelijke school duidelijk verminderd. De CRC heeft inmiddels de vrouw in het ambt. Moderne muziek kreeg een plaats in de eredienst. Homoseksualiteit is een discussiepunt. Men is op weg een oecumenische kerk te worden.