Liefelijke troost
Jesaja 66:2b
„Maar op dezen zal Ik zien, op de arme en verslagene van geest en die voor Mijn woord beeft.”
Sta even stil en zie hoe de kinderen hun brood ontvangen. De Heere ziet, zegt de profeet, op de arme en verslagene van geest en die voor Zijn Woord beeft (Jesaja 66:2b). Een arm schepsel kan niet anders dan acht geven op elk woord van God en beven bij elke waarheid. Hij overlegt in dit verband als volgt: „Hierin is inderdaad de zaligheid, maar die is niet voor mij bestemd. Hier is barmhartigheid, maar aan zo’n grote genade heb ik geen deel.” En op deze wijze beeft hij bij elke overdenking van elk woord van God. Hij komt zelfs tot het besluit dat hij hiervan nooit enig deel zal genieten. Merk echter op hetgeen onze tekst zegt. De Heere geeft acht op zo’n bevende ziel. Dat wil zeggen: Hij schenkt zoete overdenkingen van Zijn goedheid en liefde jegens hem en zegt: „U arme, bevende zondaar, dit is tot u gesproken. Ik heb een oog op u in de Heere Jezus Christus.” Vandaar dat Hij verder nog spreekt: „Troost, troost Mijn volk, zal uw God zeggen. Spreekt naar het hart van Jeruzalem en roept haar toe, dat haar strijd vervuld is, dat haar ongerechtigheid verzoend is, dat zij van de hand des Heeren dubbel ontvangen heeft voor al haar zonden” (Jesaja 40:1,2). Zeg het tegen Jeruzalem dat zij door God is aangenomen. Zeg haar ook wat Mijn voornemen is.
Thomas Hooker, predikant te Hartfort (Amerika)
(”De arme twijfelende christen genaderd tot Christus”, 1660)