Belangrijk dat kerkgang tijdens coronacrisis zoveel mogelijk kan doorgaan

Het heeft vele weken geduurd, maar maandag stuurde het kabinet eindelijk de aangepaste coronanoodwet naar de Tweede Kamer. Op verschillende belangrijke punten is het voorstel gelukkig verbeterd.

Hoofdredactie
14 July 2020 10:42Gewijzigd op 16 November 2020 19:51
Minister Grapperhaus (Justitie) haast zich naar een overleg met het Veiligheidsberaad, waarin de voorzitters van de 25 veiligheidsregio's in Nederland vertegenwoordigd zijn. beeld ANP, Sem van der Wal
Minister Grapperhaus (Justitie) haast zich naar een overleg met het Veiligheidsberaad, waarin de voorzitters van de 25 veiligheidsregio's in Nederland vertegenwoordigd zijn. beeld ANP, Sem van der Wal

De wet is het antwoord van de regering op de al maandenlange discussie dat de vrij strenge coronamaatregelen onvoldoende wettelijke basis hebben. Na het uitbreken van de coronacrisis half maart werden in ons land regels van kracht die schuurden met de rechten en soms zelfs de grondrechten. Voorbeelden zijn de beperkingen voor kerken, winkels en verenigingen.

Op zich was de daadkrachtige aanpak van het kabinet goed. Er moest adequaat worden ingegrepen, want in crisistijd kunnen lange discussies en halfzachte besluiten fnuikend zijn.

Met de keuze voor een vrij strenge lockdown heeft Nederland de uitbraak relatief snel kunnen terugdringen. Het kabinet verdient daarom grote waardering.

Toch had de regering wel een probleem. Al bijna meteen was er kritiek dat de stevige aanpak –die zelfs de grondwet raakt– schuurde met de democratische regels. Het kabinet nam de maatregelen namelijk zonder instemming van de Eerste en Tweede Kamer. Er was geen wettelijke verankering.

Bovendien werden de maatregelen na overleg met de 25 veiligheidsregio’s in ons land in noodverordeningen vastgelegd die de gemeenten moesten uitvoeren. Maar de gemeenteraden konden deze niet controleren.

Hierdoor ontstond een zogenaamd democratisch gat. Onder toenemende politieke en maatschappelijke druk besloot de regering met een noodwet te komen om de aanpak goed te regelen.

Op het eerste voorstel –dat begin juni naar buiten kwam– was grote kritiek. Zo wilde het kabinet de bevoegdheid hebben om de coronamaatregelen achter de voordeur te controleren. Critici zoals de Raad van State vonden dat een inbreuk op de grondwettelijke vrijheden. Ook de zogenaamde corona-app werd vanwege privacygevoeligheid scherp gehekeld. Kritiek was er eveneens op de beperkingen voor de kerken, omdat die schuurden met de vrijheid van godsdienst.

Gelukkig heeft het kabinet het voorstel nu aangepast. De meeste gevoelige onderwerpen zijn eruit gehaald.

Positief is dat in de coronawet het grondrecht van de vrijheid van godsdienst duidelijk is benoemd. Zo moet de kerkgang in het geval van een opleving van het virus zo veel mogelijk kunnen doorgaan. Wel kan de regering bijvoorbeeld komen met regels voor een veilige onderlinge afstand en hygiënevoorschriften. Deze kunnen volgens de noodwet enige hinder opleveren, maar het recht van kerkgang wordt benadrukt. Dat is een belangrijk punt, dat tot dankbaarheid stemt.

Na de zomervakantie buigen de Eerste en Tweede Kamer zich over de wet. Belangrijk is dat de aanpak een goed fundament krijgt, temeer daar het virus nog steeds onder ons is.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer