Duitse EKD: Let op gebruik van het woord ”ras” in kerkliederen
Kerkliederen waarin het woord ”ras” voorkomt, moeten niet meer zomaar gebruikt worden, vindt de Evangelische Kerk in Duitsland.
In Duitsland speelt momenteel een discussie over de vraag of het woord ”ras” uit de grondwet moet worden gehaald. CDU-politica Annette Widmann-Mauz, die in de Bondsdag verantwoordelijk is voor het thema integratie, heeft dat voorstel vorige maand gedaan. Ze vindt dat racisme bij name genoemd moet worden in de grondwet, maar het woord ”ras” vermeden dient te worden.
Naar aanleiding van deze discussie vroeg de Duitse christelijke nieuwsdienst Idea de leiding van de Evangelische Kirche in Deutschland (EKD) hoe om te gaan met kerkliederen waarin het begrip ”ras” voorkomt. De EKD stelde in haar reactie dat gemeenten en kerkelijke groepen zulke verzen niet meer achteloos moeten gebruiken.
Een voorbeeld is het in Duitsland geliefde gezang ”Herr, deine Liebe ist wie Gras und Ufer”, een vertaling van een Zweeds lied uit 1968. Daarin komt in de vierde strofe de zinsnede voor: „Freiheit, sie gilt für Menschen, Völker, Rassen” (Vrijheid, ze geldt voor mensen, volken, rassen).
Susanne Hasselhoff van het project Neues Evangelisches Gesangbuch stelt tegenover Idea dat het probleem rond het woord ”ras” nog niet speelde toen dit lied gemaakt werd. Maar in de herziene versie van het Evangelisches Gesangbuch, waaraan de komende vijf à tien jaar gewerkt wordt, zal de term waarschijnlijk niet meer voorkomen, stelt ze.
In het in de deelstaat Westfalen bekende liedboek ”Lieder zwischen Himmel und Erde” staan ook nog andere liederen waarin de term ”ras” voorkomt. Zoals in het gezang ”Singt dem Herrn, alle Völker und Rassen” (Zing voor de Heere, alle volken en rassen) uit 1970. En in het lied ”Kommt, atmet auf” uit 1992 staat in de tweede strofe: „Er fragt nicht nach Rasse, Herkunft und Geschlecht” (Hij vraagt niet naar ras, herkomst en geslacht).
Peter Böhlemann was in 2004 betrokken bij de samenstelling van het Westfaalse liedboek. Volgens hem willen deze gezangen „in de taal van hun tijd” juist tot uitdrukking brengen dat christendom en racisme onverenigbaar zijn. Bij de samenstelling van het liedboek miste de redactie echter nog „de nodige sensibiliteit” voor dit thema, aldus Böhlemann tegenover Idea. „Vandaag de dag zouden we bij een revisie zulke inmiddels verouderde teksten niet langer opnemen.”