Joris Voorhoeve denkt nog vrijwel dagelijks aan Srebrenica
Joris Voorhoeve denkt na 25 jaar nog vrijwel dagelijks aan het drama in Srebrenica. En zeker wekelijks. Als minister van Defensie was hij verantwoordelijk voor de missie om de mensen in de Bosnische stad te beschermen. Toch werden er 7000 moslimmannen vermoord.
Jaren later werd Joris Voorhoeve eens in een museum aangeklampt door een andere bezoeker. Het was de man die de fotorolletjes had verknoeid. „Ik vond dat heel eerlijk.”
De rolletjes waren „symbolisch geworden voor het geknoei van de Nederlandse Landmacht”, vertelt Voorhoeve. Een Nederlandse militair had rond de val van de enclave Srebrenica foto’s gemaakt van gewelddadig optreden van Serviërs tegen de Bosnische bevolking. Terwijl Dutchbat (de Nederlandse missie onder VN-vlag) juist als doel had om de Bosniërs in Srebrenica een veilige plek te bieden.
De filmpjes zouden in een laboratorium van Defensie in Nederland worden ontwikkeld; destijds een routineklus. Maar juist bij dit belangrijke filmpje verwisselde de laborant twee vloeistoffen en de beelden verdwenen voor altijd. Voorhoeve: „De kans dat die foto’s ooit nog opduiken is dus nul. We weten van ooggetuigen wat er op die foto’s stond, dus voor de bewijsvoering maakt het niets uit. Maar politiek heeft de kwestie me lang achtervolgd.”
Hoe vaak denkt u nog aan Srebrenica?
„Wekelijks, zo niet dagelijks. De opzet van de operatie was vanaf het begin fout.”
Wanneer kreeg u door dat het fout zat?
„Vrij snel na mijn aantreden in augustus 1994. Eerst zei de chef-defensiestaf dat Srebrenica niet verdedigbaar was. En toen ik er zelf was gaan kijken, zag ik dat zelf ook.”
Had u achteraf gezien iets kunnen doen waardoor de zaak anders had kunnen lopen?
„Ik heb geprobeerd de operatie over te brengen van de VN naar de NAVO. Kort na mijn aantreden heb ik andere NAVO-ministers van Defensie daarvoor gepolst, maar die hadden er geen zin in.”
De NAVO heeft geen eigen leger of luchtmacht, dus was u voor steun aangewezen op dezelfde lidstaten als bij de VN. Welk verschil zou dat hebben gemaakt?
„De NAVO is een militaire organisatie. De VN zijn dat niet. Binnen de NAVO is bekend dat je voor het geven van luchtsteun in een crisissituatie geen stappenplan van negen punten kunt doorlopen. Bij de VN werkte het wel zo. Het vorige kabinet had veel te makkelijk aangenomen dat die luchtsteun er werkelijk zou komen als het moeilijk werd. Toen VN-chef Boutros Ghali op bezoek was in het Catshuis, hebben de ministers te weinig doorgevraagd. Ik zat met die erfenis. Later, in 1999, hebben we gezien hoe de NAVO besloot tot luchtacties tegen de Serviërs in Kosovo. Dat gebeurde toen de VN-Veiligheidsraad niet tot een besluit kon komen. Dat besluit was toen de enige mogelijkheid om een doorbraak te forceren. Dat had ook al in 1995 gekund.”
Nadeel is dat de VN niets meer zijn dan de optelsom van de lidstaten en uiteindelijk afhankelijk van militaire grootmachten, zegt Voorhoeve. Hoe die werken werd hem jaren later pijnlijk duidelijk toen hij een verslag zag van een afspraak tussen de Britten, Fransen en Amerikanen. „Zij hadden besloten het luchtwapen niet tegen de Serviërs te gebruiken. In de kantlijn heeft president Clinton nog een aantekening op dat verslag gezet. Hem was door het Congres verboden zich op de grond met de strijd te bemoeien.
De drie landen gingen vooral voor hun eigen militaire eer. In 1994 hadden manschappen van (de Bosnisch-Servische legerleider, EvV) Mladic Franse militairen aan een lantaarnpaal gebonden, om te laten zien wie de baas was. De Franse president Chirac wilde herhaling daarvan voorkomen.”
Nog steeds is Voorhoeve boos over deze afspraak. „Allereerst omdat in dat verslag met geen woord over Dutchbat wordt gesproken. Maar ook omdat de VN-Veiligheidsraad die luchtsteun wel had beloofd als de druk te groot zou worden. Na de val van Srebrenica is die luchtsteun wel geboden om de enclave Gorazde te beschermen, en dat is gelukt. Dus de Serviërs hadden wel respect voor het luchtwapen.”
U was hoogleraar internationale organisaties. U was dus bij de VN en de NAVO op bekend terrein.
„Ik wist voordien natuurlijk hoe de VN in elkaar zaten, maar ik kon daar niets aan veranderen. De operatie om Srebrenica te beveiligen was opgezet vanuit de hoop op een snel vredesakkoord. De militairen zouden er dus maar heel kort zijn. Men geloofde sterk in de redelijkheid van de partijen, die we niet voor de voeten moesten lopen. Achteraf weten we dat het drama van Srebrenica daarmee al zat ingebakken in het ontwerp van de missie.”
Dit optimisme over vrede leidde er ook toe dat Dutchbat lichtbewapend was. „Strikt genomen was het een politiemissie en geen militaire operatie. De Serviërs zouden het nooit hebben goedgevonden als er zware wapens van het vliegveld in Sarajevo zouden zijn vervoerd naar Srebrenica. Ze verstoorden zelfs onze bevoorrading. Een plan van mij om dat met transporthelikopters te gaan doen, kreeg ik niet van de grond.”
Voor veel mensen is het ministerschap een kroon op de carrière. Hoe kijkt u terug?
„Het was een slopende ervaring, met een kras. Maar goed, die persoonlijke gevoelens vallen in het niet bij het lot van de doden en hun nabestaanden.”