FNV-ledenparlement buigt zich opnieuw over pensioenakkoord
De grootste vakbond van Nederland, FNV, beslist zaterdag over de uitwerking van het vorig jaar gesloten pensioenakkoord. Die beslissing of de bond instemt met de pensioenplannen ligt in handen van het 105-koppige ledenparlement, dat het laatste woord heeft over alle grote beslissingen van het vakbondsbestuur.
Steun van FNV is cruciaal voor minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken om de pensioenhervorming door te zetten. Hij wil dat alleen doen met breed draagvlak in de polder en is „hoopvol” dat het pakket op steun van het ledenparlement kan rekenen. „Het is een heel goed akkoord, het is echt een grote stap vooruit. Qua pensioencontracten, AOW-leeftijd én dingen als nabestaandenpensioen”, zegt de bewindsman. „Het is een grote set aan afspraken waar echt lang over is onderhandeld. Natuurlijk hoop ik dat het wordt aangenomen.”
Ook FNV-voorzitter Han Busker en vicevoorzitter Tuur Elzinga willen graag het nieuwe stelsel erdoor krijgen.
Eerdere pogingen om het ledenparlement te laten stemmen, mislukten. Leden waren boos over het feit dat de vergaderingen digitaal werden gehouden. Ook vonden ze dat, vlak na het principeakkoord tussen bonden, werkgevers en de politiek, er te weinig tijd was om zich in de complexe materie te verdiepen. Twee weken geleden weigerden zoveel leden van het FNV-parlement in te loggen, dat het minimaal aantal vereiste deelnemers voor een geldige uitslag niet werd gehaald.
Nu is er sprake van een „hybride” vergadering. Circa twee derde van het ledenparlement vergadert fysiek in een congreshotel in Bunnik. De rest blijft via de digitale weg meevergaderen en -stemmen. De uitslag wordt naar verwachting in de middag bekend.
Bij de leiding van FNV overheerst nog altijd optimisme dat het parlement zal instemmen met de uitwerking van het nieuwe pensioenakkoord. Toch zijn er verschillende pijnpunten waar lang niet alle vakbondsleden gerust op zijn. Een van taaiste thema’s is de wijze waarop werknemers worden gecompenseerd voor wie een pensioengat ontstaat door de overgang op een nieuw systeem.
De kern van de pensioenhervorming, waarover een jaar geleden overeenstemming werd bereikt, is dat uitkeringen afhankelijker worden van financiële prestaties van de pensioenfondsen. Dat betekent dat de pensioenen bij tegenspoed sneller moeten worden gekort, maar in betere tijden ook sneller weer kunnen stijgen.