Binnenland

Geen registratie overlijden door kindermishandeling

Jaarlijks overlijden 24 kinderen, nadat zij zijn aangemeld bij Jeugdzorg, schat hoogleraar opvoedkunde J. Hermanns van de Universiteit van Amsterdam. Dat wil zeggen dat het slecht ging met die kinderen en dat dit te maken had met de gezinssituatie. Veertien van deze kinderen kwamen bij de Jeugdzorg binnen via een Advies en Meldpunt Kindermishandeling. Of die kinderen echter door mishandeling zijn overleden, is niet bekend. Dat wordt niet geregistreerd, zegt Hermanns. Hij vindt dat dit wel moet gebeuren.

ANP
28 September 2004 14:12Gewijzigd op 14 November 2020 01:41

Hoewel verreweg de meeste mensen in de Jeugdzorg uitermate hun best doen en het beste voor hebben met kinderen en ouders, werkt het systeem helaas zo, dat deze gevallen niet voorkomen kunnen worden, stelt de professor. De nieuwe wet op de Jeugdzorg biedt daar geen oplossingen voor, zegt hij. Volgens hem is er een nieuwe inhoudelijke aanpak van de Jeugdzorg nodig. Zelf werkt hij in vijf regio’s in Nederland samen met instellingen van onderwijs tot arts en lokale en provinciale overheden aan de invoering van methoden die beter werken. Daarbij wordt bijvoorbeeld standaard opvoedingsles gegeven aan alle zwangere vrouwen. Van de vrouwen die niet meedoen, wordt gekeken of er aanleiding is ze er toch bij te trekken.

In totaal overlijden er vijftig kinderen per jaar door kindermishandeling. Dat is bijna een kind per week. Dat cijfer kwam uit het onderzoek dat in opdracht van de professor in 1996 is verricht onder huisartsen en kinderartsen, die aangaven van hoeveel overleden kinderen zij vermoedens hadden dat dit met kindermishandeling te maken had. Recentere cijfers zijn er niet, maar het ministerie van Volksgezondheid wil dit wel weer gaan onderzoeken, weet de professor.

Uit zijn onderzoek bleek ook dat huisartsen niet geneigd zijn aangifte te doen als ze vermoedens hebben. In de eerste plaats heeft dit te maken met het feit dat zij ook een vertrouwensband met de ouders en de rest van het gezin hebben. Daarnaast blijkt dat de huisartsen ervaren dat van zo’n aangifte vaak niets terecht komt. Het leidt vaak tot een sepot, omdat het juridisch moeilijk te bewijzen is, legt Hermanns uit. Dat bleek volgens hem onlangs nog bij drie zaken die zich in Utrecht afspeelden, in alle drie gevallen werden de ouders vrijgesproken wegens gebrek aan bewijsvoering. Terwijl er wel duidelijk sprake van mishandeling was. Tot slot waren de huisartsen in zijn onderzoek van mening dat ze het gezin met een aangifte alleen nog maar in meer ellende storten.

Hermanns pleit daarom voor meer registratie en voor het vaker inschakelen van de lijkschouwer. „Een onafhankelijk arts, en dus niet de behandelend arts, moet bij elk overlijden van een kind oordelen of er wel of niet noodzaak is voor een onderzoek of een schouwing." Dit voorstel ligt al jaren op het bureau van minister Donner (Justitie), die afgelopen voorjaar de Tweede Kamer liet weten te werken aan verbetering van de lijkschouwing in Nederland. Uit de brief blijkt, dat hij vindt dat dit tijd nodig heeft.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer